Bij zijn introductie in maart 2019 was de Model Y de toekomstige kip met de gouden eieren voor Tesla: de hele wereld is verzot op compacte SUV’s en elektrificatie lijkt de toekomst. De cross-overafgeleide van de berline Model 3 had dus alles in huis om een bestseller te worden. Toch heeft Tesla er meer dan 2 jaar over gedaan om hem bij ons te introduceren. Al klopt dat niet helemaal: de Model Y is al een jaar in productie in de VS, maar de wachttijden zijn daar door de enorme vraag zo lang dat er geen exemplaren over waren om naar Europa te exporteren. De bedoeling was steeds dat Tesla een voor het Oude Continent geoptimaliseerde Model Y zou gaan bouwen in een nieuwe fabriek in Berlijn, maar de bouw daarvan blijft maar vertraging oplopen als gevolg van de loodzware vergunningsprocedure bij onze oosterburen.

Ongetwijfeld omdat Tesla het beu is om al dat verkooppotentieel door zijn vingers te zien glippen, is de constructeur daarom de Model Y beginnen produceren in zijn Chinese fabriek (in Shanghai). En die exemplaren komen nu naar Europa, in afwachting van het moment waarop de Berlijnse site eindelijk mag opstarten. 



MIC

De Model Y “MIC” (voor “Made in China”) verschilt licht van de exemplaren die in de VS worden gebouwd. Allereerst beweren veel kenners dat de bouwkwaliteit in de Volksrepubliek veel hoger ligt dan die in Californië. Bovendien gebruikt de Amerikaanse Y NMC-batterijen (voor Nikkel-Mangaan-Kobalt) terwijl de Chinese versie LFP-cellen krijgt (Lithium-IJzer-Fosfaat). Die laatste hebben als voordeel dat er minder zeldzame aardmetalen in worden verwerkt, die duurder zijn en die soms nog worden geassocieerd met mensenrechtenproblemen bij de ontginning. Zo zijn ze bijvoorbeeld volledig vrij van kobalt. Bovendien mogen LFP-batterijen zo vaak als je maar wil tot 100 procent worden opgeladen, terwijl dat voor NMC-accu’s tot vervroegde degradatie leidt. En tot slot zijn ook eenvoudiger te recycleren.

Uiteraard hebben LFP-cellen ook nadelen, anders zouden ze in alle EV’s zitten: ze kunnen minder goed tegen koud weer (trager opladen, minder vermogen, minder rijbereik bij lage temperaturen) en is de energiedichtheid per gewicht (kWh per kilo batterij) lager dan die van NMC-cellen. 

Model 3 maar beter?

Maar goed, de Model Y zelf dus. Hij staat op hetzelfde platform als de Model 3, maar is wel 5,5 centimeter langer (4.750 millimeter lang, tegenover 4.694 voor de 3), liefst 7 centimeter breder (1.920 in plaats van 1.849 millimeter) en, vooral, 18 centimeter hoger. Hij is dus in alle richtingen groter, en dat vertaalt zich in veel, veel meer binnenruimte. Zowel voor- als achterin heb je duidelijk meer hoofdruimte en de beenruimte op de achterbank is vorstelijk. Bovendien staan de stoelen (die verder identiek zijn aan die van de Model 3) hoger van de vloer, waardoor passagiers achterin er eenvoudig hun voeten onder kunnen steken voor meer bewegingsvrijheid. Voor meer comfort kan de rugleuning van de tweede zitrij bovendien manueel worden versteld. Praktisch: die rugleuning verankert zich onderaan in de zitting en leunt dus niet tegen grote haken in de koffer. Dat betekent dat de gordels nooit tussen de rugleuning en de kofferbekleding klem komen te zitten, wat bij veel rivalen wel het geval kan zijn.

De koffer lijkt ongeveer even diep maar is breder, en dankzij de grote vijfde deur (in plaats van het smalle kofferdeksel van de Model 3) is hij ook veel vlotter toegankelijk.

Tot slot is ook de tweede koffer voorin (de “frunk” in Tesla-taal) dieper dan in de berline.

 

Aan de prijs

Is de Model Y op alle vlak een betere auto dan de Model 3? Rijdynamisch moet je echt al een heel extreme rijstijl hanteren wil je een voordeel aan de berline toekennen. Omdat de batterijen laag in het chassis hangen, is het zwaartepunt laag waardoor rolneigingen bijna onbestaande zijn. Ondanks de grote 20-duimvelgen onder onze testwagen viel ook de filtering van wegoneffenheden goed mee. Niet zo zacht als pakweg een Franse auto, maar nog niet Duits-hard.

En het rijbereik? Bij het begin van onze test gaf de volgeladen accu 471 kilometer aan. Na 100 kilometer rijden onder allerlei omstandigheden (snelweg, files, stad en het occasionele stoplichtsprintje) was dat nog… 370 kilometer. De boordcomputer geeft dus een zeer realistisch beeld van het bereik en 470 kilometer is niet mis. Zeker niet als je bij een Supercharger aan 250 kW stroom in de accu van 82 kWh kan gaan pompen, zodat je na een minuut of 15-20 alweer goed bent voor bijna 300 kilometer.

Dat alles heeft natuurlijk wel zijn prijs: de minst dure Model Y kost 63.980 euro. Ter vergelijking: een Model 3 heb je vanaf 50.970 euro. Die 13.000 euro verschil komt van het feit dat de basis-3 een achterwielaandrijver is (één motor) met een batterij van ongeveer 55 kWh, terwijl de instapversie van de Y vierwielaandrijving heeft (twee elektromotoren) en een batterij van 82 kWh. Je zou hem met andere woorden moeten vergelijken met een Model 3 Dual Motor Long Range (82 kWh, vierwielaandrijving, 57.970 euro), maar dan bedraagt de meerprijs nog steeds 6.000 euro. Er is ook nog een Performance-versie, die van 0 naar 100 km/u knalt in 3,7 seconden (5,0 seconden voor de Long Range), met een even grote batterij en een startprijs van 70.980 euro. Al moeten we zeggen dat tijdens onze test geen enkele keer het gevoel hadden dat onze ‘basis’-Y nog meer vermogen nodig had, want dit ding hangt zo giftig aan het gas als je maar kan wensen en accelereert sneller dan de overgrote meerderheid van de andere auto’s op de weg.

 

Ons verdict

Wordt de Model Y een toekomstige bestseller? Het kan haast niet anders: hij is ruim, praktisch, moduleerbaar, comfortabel genoeg, bliksemsnel, dynamisch en geraakt bijna 500 kilometer ver op een volle accu. En als die al eens leeg geraakt, is er nog het onnavolgbare Supercharger-netwerk van Tesla, met een heel grote dekking en steeds genoeg laadpalen om lange wachttijden uit te sluiten. Alleen is hij met 63.980 euro basisprijs even duur als vergelijkbare elektrische premium-SUV’s – die dan wel steeds trager zijn, minder rijbereik bieden en veel minder goed uitgerust zijn – en het is maar de vraag of Belgische klanten voor dat geld niet toch liever pakweg een BMW iX3 of Audi Q4 e-tron kopen. Aan de Model Y zelf zal het in elk geval niet liggen…