De Mistral moest de verouderde 3500 GT vervangen, en werd voorgesteld in 1963. Het ontwerp van Pietro Frua straalde klasse uit. De strikte tweezitter nam de zescilinder-in-lijn van zijn voorganger over. Die was rechtstreeks afgeleid van de 250 F uit de Formule 1. Die eenzitter hielp Juan Manuel Fangio dan weer aan zijn wereldtitel.
Mechanisch
En dat merkte je aan zijn technische kenmerken: hemisferische verbrandingskamers, een cilinderkop met lichtmetalen dubbele nokkenassen, dubbele ontsteking en indirecte injectie. Doorheen de jaren en afhankelijk van de versie (coupé of cabriolet) evolueerde hij van 3,5 naar 4 liter, met een vermogen tussen 235 en 255 pk. Dat vermogen werd in alle gevallen naar de achterwielen gestuurd via een manuele ZF-vijfversnellingsbak.
Lange carrière
De Mistral kende een lange carrière. Er werden 955 exemplaren geproduceerd, waarvan 830 coupés en 125 Spyders. Na zeven productiejaren verliet hij in 1970 het toneel. De Ghibli, die toen al enkele jaren in productie was, nam tijdelijk de fakkel over. De zescilinder-in-lijn uit de jaren 50 maakte plaats voor een V8.
Vandaag
De Mistral bleef lange tijd aan de kant staan maar valt de laatste tijd opnieuw in de smaak. Op enkele jaren tijd nam zijn prijs toe van € 50.000 tot € 200.000. De Spyders zijn de meest gegeerde: hun prijs mag je nog maal 3 of 4 doen!
De auto had een zwakke plek: het injectiesysteem. Als het zorgvuldig werd afgesteld, werkte het vlekkeloos. Maar de afstelling is enorm complex, en de auto staat niet graag lang stil. Heel wat Mistrals kregen daarom carburators. Er zijn specialisten voor dit soort systemen, maar die hebben natuurlijk hun prijskaartje…