Op 8 maart vieren we de internationale dag van de vrouw. De rijkwaliteiten van vrouwen worden meestal niet al te hoog aangeschreven, maar is dat wel terecht? Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) toetst enkele vooroordelen aan de realiteit.

1. Vrouwen zijn meer betrokken in ongevallen dan mannen

Fout, al moet dat genuanceerd worden. Bijna twee op drie bestuurders die betrokken geraken bij een ongeval met gewonden is een man, 35 procent een vrouw. Gaat het om een zeer ernstig ongeval, dan is de kans kleiner dat een vrouw achter het stuur zat. Slechts 19 procent van het aantal dodelijk verongelukte bestuurders is een vrouw. Jonge bestuurders (18-24 jaar) die verongelukken zijn zelfs veer kvaker een man. Analyseer je alleen de ongevallen met materiële schade, dan blijkt het ongevalsrisico minder hoog bij mannen dan bij vrouwen.

2. Vrouwen nemen minder risico’s achter het stuur dan mannen

Juist. Jongens nemen meer risico's in het verkeer dan meisjes. Studies tonen aan dat jonge mannelijke automobilisten meer overtredingen plegen en risico nemen in het verkeer. Ze hechten meer belang aan "een sportieve rijstijl" dan hun vrouwelijke collega's.

3. Vrouwen rijden minder snel dan mannen

Juist. De snelheid verschilt in functie van het geslacht. Uit een attitudemeting van het BIVV in 2009 blijkt dat veel meer mannelijke bestuurders (64 % mannen, 48 % vrouwen) toegeven dat ze wel eens 70 km/u te rijden in de bebouwde kom. De 'gehaaste bestuurder' is vaker een jonge mannelijke automobilist die alleen in zijn wagen zit.

4. Vrouwen rijden minder vaak onder invloed van alcohol dan mannen

Juist. De tendens van mannen die meer risico’s nemen, geldt ook voor het rijden onder invloed van alcohol. Gedragsmetingen (2009) tonen aan dat het aandeel van mannen die onder invloed van alcohol rijden 2,6 keer hoger ligt. De resultaten van een enquête, uitgevoerd na de meeste recente Bob-zomercampagne, zijn dus niet verwonderlijk: 67 procent van de Bobs zijn vrouwen.

5. Vrouwen rijden minder vaak dan mannen

Juist. Van alle bestuurders op de Belgische wegen, gemeten op alle tijdstippen van de week, is 35,7 procent een vrouw. Bij jonge bestuurders (18-24 jaar) is het mannelijke overwicht 59 procent tegenover 41 procent vrouwen en in weekendnachten is maar 27 procent van de jonge bestuurders een vrouw.

Conclusie?

Vrouwen veroorzaken vaker kleine materiële schade maar zijn minder vaak betrokken bij dodelijke ongevallen. Mannelijke bestuurders, zeker in de leeftijdscategorie van 18 tot 24 jaar, nemen meer risico's in het verkeer en zijn zich minder bewust van de risico's die ze lopen. Een veelzeggend cijfer: 90 procent van de bestuurders die als alternatieve verkeersstraf een opleiding volgt bij het BIVV, is een man. Het cliché blijkt te kloppen: zeg niet te gauw, het is weer een vrouw.