De onmisbare en legendarische Golf GTI is terug. En hoe: Volkswagen kondigt meteen twee versies aan. Zoals gewoonlijk is de presentatie discreet, maar verzorgd en is de sportiviteit eerder doeltreffend dan overdreven.
220 of 230 pk
Ford belooft 250 pk in de Focus ST, Renault 265 pk in de Mégane RS. De Astra OPC geeft iedereen het nakijken met 280 paarden. Volkswagen verkiest achter te blijven in deze vermogenswedloop en geeft de motor slechts 220 pk. Mag het nog iets meer zijn, dan is er de GTI Performance-versie, die de lat nog 10 stuks hoger legt. De koppelwaarde is identiek voor beide versies: 350 Nm.
Zeer laag
In tegenstelling tot de GTI van de oude school, die woest in de toeren klom, verkiezen de moderne bommetjes om op het koppel te rijden, zoals een diesel. Bekijk de toerentallen van het maximumkoppel en -vermogen en je begrijpt het meteen: 350 Nm wordt gehaald van 1.500 tot 4.400 (of 4.600) tr/min en het vermogen van 220 (of 230 pk) van 4.500 (of 4.700) tot 6.200 tr/min. Het lijkt wel een tractor. Het verbruik blijft heel laag, gemiddeld 6 l/100 km of 139 g CO2/km. Uitzonderlijk is de manuele versnellingsbak iets zuiniger, de DSG-6 drinkt een kleine halve liter extra.
Onthullende details
Dikkere bumpers, de traditionele rode streep in het radiatorrooster, specifieke 17-duimsvelgen, een dubbele uitlaat, rode remzadels: de GTI ziet er sportief uit maar overdrijft niet. De Performance-versie voegt grotere remschijven en elektronisch zelfblokkerend differentieel toe. In het interieur vinden we met plezier de ruitbekleding van de eerste GTI terug, naast de typische versnellingspook en het sportstuur.
Prestaties
Dankzij zijn bescheiden gewicht zet de GTI mooie prestaties neer tegen de chronometer: 0 tot 100 km/u in 6,5 seconden en 246 km/u (met manuele bak). De variant met 230 pk vraagt een tiende van een seconde minder en bereikt 250 km/u.