De geschiedenis van de typische Ferrari-kleur gaat terug tot de vorige eeuw, toen elk land in de autosport zijn eigen racekleur had. Tot 1907 reden de Verenigde Staten in het rood, maar na de Eerste Wereldoorlog gingen de Italianen die kleur gebruiken. Frankrijk reed in het blauw (Bleu de France), Groot-Brittannië in het groen (British Racing Green) en Duitsland in het wit en later aluminiumrijs (Silberpfeile). En België? Wij kregen de kleur geel.

Sponsoring

Hoewel die nationale kleuren na de jaren 60 in onbruik geraakten door de opkomst van sponsoring, bleef Ferrari in de Formule 1 vasthouden aan zijn rode kleur, die Rosso Corsa werd gedoopt. De kleur was ook bijzonder in trek bij de straatauto’s, en kende daar een piek in zijn populariteit in de late jaren 80 en vroege jaren 90. Tot 1995 was brandstofproducent Shell de hoofdsponsor van het Formule 1-team van Ferrari, en het eenvoudige gele logo paste prima bij het Rosso Corsa van de F1-bolide.

Marlboro-rood

Na 1995 werd het sigarettenmerk Marlboro de hoofdsponsor van Ferrari. Het Italiaanse merk paste daarom de kleur van zijn auto’s aan naar het rood van Marlboro, en gaf met zijn eigen interpretatie, Rosso Scuderia, een eigen roodtint aan zijn auto’s. De nieuwe kleur, die vanaf 2003 op de straatversies werd aangeboden, kwam ook beter over op tv-beelden, die sinds de jaren 60 uiteraard een gigantische kwaliteitssprong hadden gemaakt. Het Rosso Scuderia heeft een duidelijke zweem van oranje, terwijl Rosso Corsa volgens Ferrari te donker overkwam op moderne tv’s.

50 tinten rood

Vandaag zitten er dus twee officiële rode racekleuren in de kleurstalen bij Ferrari: Rosso Corsa (het originele officiële “Ferrari-rood”) en Rosso Scuderia (het huidige officiële “Ferrari-rood”). Maar dat is niet alles: moderne Ferrari’s bieden roodschakeringen gaande van het bijna oranje Rosso Dino tot het bordeaux Rosso Fiorano. Als je dus zegt dat je Ferrari rood moet zijn, check je dus best even of je Corsa of Scuderia wilt. Of iets anders.