1. Hij diende als propagandatool voor de nazi’s
Midden jaren 30 was de auto een symbool van industrieel vermogen. Hitler wilde Duitsland op wielen krijgen en de rest van Europa overtreffen. Hij gaf dus de opdracht voor een auto voor het volk, een “Volkswagen”.
2. Ferdinand Porsche vroeg de nazi’s of hij de auto mocht ontwerpen
De legende wil dat Hitler de hulp inschakelde van Ferdinand Porsche voor het ontwerp van de auto, maar eigenlijk was het net andersom. Ferdinand Porsche kwam zich in januari 1934 aanbieden in Berlijn. Hitler toonde hem het strikte lastenboek, waarop Porsche de uitdaging aanging.
3. Je moest hem betalen met… zegels
Het idee was om een letterlijk spaarboekje te kopen dat je moest volkleven met zegels van 5 rijksmark. Je moest rekenen op 1.240 rijksmark voor de auto, inclusief levering en twee jaar verzekering. De auto zelf kostte minder dan 1.000 rijksmark. Zowat 350.000 Duitsers begonnen te sparen, maar kregen door de oorlog hun auto nooit te zien.
4. De inspiratie kwam van een andere auto
De fijnste details kent niemand, maar van sommige zaken zijn we zeker: Adolf Hitler zette heel wat druk op Ferdinand Porsche om de auto snel te ontwikkelen. Die ging op zoek naar inspiratie en stootte op Hans Ledwinka, ingenieur bij het Tsjechische Tatra, dat ook een kleine auto voor het grote publiek ontwikkelde. De gelijkenissen tussen beide modellen zijn opvallend, met een zowat gelijkaardige opstelling.
5. Een Britse majoor startte de productie terug op
In 1945 lagen heel wat fabrieken (en heel wat delen van Duitsland) in puin toen de Britse troepen Wolfsburg bezochten. Een zekere majoor Yvan Hirst ontdekte de auto, die verder werd gebouwd door vrijwilligers die in het product geloofden. Hirst was overtuigd van de kwaliteit van het moderne ontwerp en liet ondanks allerlei problemen de productie opnieuw opstarten.
6. De Kever was een schot in de roos in de VS
In Europa kende de Volkswagen Kever heel wat succes. Maar in de Verenigde Staten nog meer. De Amerikanen waren uitgekeken op te grote en te gulzige lokale producten toen hun oog viel op de kleine, zuinige Duitse auto.
7. Hij kreeg heel wat bijnamen
Bij ons en in Nederland heette hij “Kever”, in Wallonië en Franstalige landen heette hij Coccinelle (“lieveheersbeestje”), in heel wat Engelstalige landen “Beetle”. In Noorwegen was het Boble (“bel”), in Bolivië Peta (“schildpad”),… Zowat elk land koos een naam van een ander dier.
8. Hij reed echt mee in de rally van Monte Carlo
Zijn raceavonturen bleven niet beperkt tot Disneyfilms op het grote scherm: de Kever nam echt deel aan de rally van Monte Carlo. Bij zijn eerste deelname in 1964 haalde hij zijn beste resultaat, met een overwinning in zijn klasse.
9. VW is nog steeds verbaasd over het succes
VW-ingenieur Heinrich Nordhoff is nog steeds verbaasd over het succes van de Kever. Hoe vooruitstrevend de auto voor de oorlog was, zo verouderd was hij erna: de motor miste vermogen en lustte een stevige slok, de geluiddemping was beroerd, de versnellingsbak was onbedienbaar (bij gebrek aan synchro), het weggedrag op nat wegdek was gevaarlijk,… maar het succes bleef.
10. Hij lag aan de basis van de eerste Porsche
Een boxermotor helemaal achterin, klinkt dat bekend? De Porsche 356 was een stevig herwerkte en getunede Kever, met verlaagd koetswerk en grondig gewijzigde motor. Maar de roots blijven zichtbaar…