1. Hyundai Kona

Een recent voorbeeld van een doordeweekse naam met een speciale bijklank voor sommige markten: de Kona. Op Franstalige markten zou dat voor problemen zorgen als hij een sportversie zou krijgen die ‘R’ of ‘S’ heet (Kona-R en Kona-S klinken niet zo netjes in het Frans), maar gelukkig heet de sportversie van Hyundai ‘N’. In Portugal is “cona” dan weer een vulgair woord voor het vrouwelijk geslacht, dus daar rijdt de… Hyundai Kauai rond.

2. Mitsubishi Pajero

Het klassieke voorbeeld blijft natuurlijk deze Japanse off-roader. In het Spaans betekent ‘Pajero’ zoveel als “plezier beleven aan zichzelf”, en op wereldvlak zijn de Spaanssprekende markten natuurlijk niet gering in volume. Daar heet de 4x4 dan ook ‘Montero’. Alles is natuurlijk beter dan ‘rukker’.

3. Tata Zica

De Indiase constructeur wilde zijn Zica net lanceren wanneer het zikavirus een deel van de wereld in zijn greep hield. De naam werd daarop maar veranderd in Tata Tiago. Wistjedatje: Tata hing er een communicatiecampagne aan vast waarbij het publiek de naam van de nieuwe auto mocht kiezen.

4. Buick LaCrosse

Buick moest de naam van zijn LaCrosse aanpassen voor de Canadese markt. In het Frans dat in Quebec wordt gesproken, betekent ‘crosse’ afhankelijk van de context ‘oplichting’ of ‘fraude’, ofwel ‘masturbatie’. Omdat General Motors niet dezelfde toer op wilde als de Mitsubishi Pajero werd de Buick in Canada omgedoopt tot ‘Allure’. Iedereen tevreden.

5. Honda Fitta

Een kleine moduleerbare stadsauto, dat moest de Honda Fitta zijn. Uiteindelijk werd hij omgedoopt tot ‘Fit’ en ‘Jazz’, afhankelijk van de markt. Net voor de lancering had Honda immers door dat ‘fitta’ een vulgair Zweeds woord voor ‘vagina’ was. En als je weet dat Honda zijn Fitta wou verkopen met de slogan “Klein van buiten, groot van binnen”,…