Eerst en vooral: alcohol en autorijden gaan niet samen. Als je achter het stuur kruipt, kun je beter niets gedronken hebben. In 2017 was volgens VIAS Institute bij 4.210 ongevallen met doden of gewonden minstens één chauffeur onder invloed van alcohol. Dat komt overeen met één ongeval om de twee uur.
0,22 of 0,5?
De wettelijke limiet in ons land is 0,5 milligram alcohol per liter bloed. Vaak zie je echter ook het cijfer 0,22. Dat is het maximumgehalte milligram alcohol per liter uitgeademde lucht. Er bestaat namelijk een overeenkomst tussen het alcoholgehalte in het bloed en de aanwezigheid van alcohol in de uitgeademde lucht. En dat laatste is meetbaar in de zogenaamde blaastests.
Bij controle
Als je aan de kant wordt gezet voor een alcoholcontrole mag je om een wachttijd van 15 minuten vragen voor je in het meetapparaat blaast. Als je toch net een glas gedronken hebt, kan dat een verschil maken. Het meetapparaat geeft drie resultaten: ‘S’, ‘A’ of ‘P’. Met ‘S’ (voor ‘Safe’) blaas je negatief. ‘A’ (voor ‘Alarm’) en ‘P’ (voor ‘Positief’) wijzen erop dat je meer dan 0,22 milligram per liter hebt geblazen. Dan moet je een extra alcoholtest afleggen.
Boetes
De boetes hangen af van het gemeten alcoholgehalte en criteria zoals recidive.
Indien de alcoholconcentratie ligt tussen 0,22 en 0,35 mg/l uitgeademde alveolaire lucht (UAL) (= tussen 0,5 en 0,8 promille in het bloed), kan de politie een onmiddellijke inning van 179 euro voorstellen. Met een alcoholgehalte tussen 0,35 en 0,44 mg/l UAL riskeert de bestuurder een onmiddellijke inning van 420 euro (een minnelijke schikking of een dagvaarding blijven ook mogelijk).
De onmiddellijke inning voor een alcoholconcentratie tussen 0,44 en 0,50 mg/l UAL bedraagt 578 euro.
Vanaf een alcoholgehalte van 0,50 mg/l UAL krijgt een bestuurder met een woonplaats of vaste verblijfplaats in België geen onmiddellijke inning meer, maar handelt het parket de zaak af met een minnelijke schikking of wordt de overtreder voor de rechtbank gedagvaard.