De experimenten en ‘genetische manipulaties’ van de Duitsers zijn nog niet ten einde. Nu mengden ze een streepje X3 met invloeden van de 3-Reeks Touring en zo werd de X1 geboren. Dat is geen klassieke SUV en ook geen echte break. Hij combineert eigenschappen uit de verschillende segmenten. Van de SUV leent hij de stevige looks, de hoge gordellijn, de typische deurdrempels, de enorme achteruitkijkspiegels en de uitgesproken wieluitsparingen. Van de break erft hij dan weer de afmetingen van het koetswerk, met een sportieve toets door de hellingshoek van de achterruit. We staan toch wel een beetje perplex van dit lijnenspel.
Hoge rijpositie
Het geheel oogt wat zwaar en is niet sportief genoeg naar onze smaak. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de typische SUV-trekken hier niet echt op hun plaats zijn. We gingen even te rade bij enkele eigenaars van een X3 en 3-Reeks Touring en die waren ook niet echt enthousiast. Het interieur vinden we dan weer wel erg geslaagd, zeker in de goed uitgeruste variant die wij uitprobeerden. Het is verzorgd afgewerkt en elegant vormgegeven. De verhoogde zitpositie schept een gevoel van ruimte en met de optionele elektrisch regelbare sportstoelen voel je je al snel op je gemak achter het stuur. Wij reden met de X1 2.3D, die waarschijnlijk niet het meest verkochte model zal worden maar toch een verleidelijk aanbod is.
xDrive
De X1 xDrive wordt aangedreven door een 2-liter viercilinder, die 204 pk levert bij 4.400 toeren. Het respectabele koppel van 400 Nm komt vrij bij 2.000 toeren. De automatische Steptronic-versnellingsbak stuurt het vermogen via de xDrive naar de vier wielen. Een elektronisch geregelde meervoudige koppeling verdeelt de kracht naargelang de omstandigheden tussen de voor- en achteras. Onze X1 was ook nog voorzien van het optionele Performance Control, dat het koppel verdeelt over de wielen van dezelfde as en het wiel dat dreigt door te slippen, afremt.
Daarbovenop komt nog het DSC (Dynamic Stability Control) dat in geval van nood ingrijpt via de remmen en het motorbeheer. Al die elektronica zorgt voor een uitstekend rijgedrag. De X1 ligt als een blok op de weg en alleen de wetten van de fysica doen hem van zijn lijn afwijken. In extreme situaties leunt hij wat zwaar op de vooras en treedt onderstuur op, daar kunnen ook de rijhulpsystemen niets aan veranderen. Bovendien is de X1 vrij zwaar (1.700 kg) en dat merk je bij de hernemingen. De 200 pk sterke motor garandeert het dynamisme dat je mag verwachten, maar echt sprankelend is het niet.
Sportief?
Je kunt de X1 niet echt sportief noemen, ook niet qua rijgedrag. Dat tikkeltje meer ontbreekt. Tijdens onze test legden we zowat 1.500 km af, in soms erg slechte weersomstandigheden. Het veilige en dynamische rijgedrag woog niet op tegen de droge reacties van het onderstel. De 18-duimsvelgen en de 225/45 laagprofielbanden geven elk putje en elk hobbeltje door naar het interieur, waar ze ook nog eens veel rolgeluiden produceren. Deze optie past duidelijk niet bij de X1, een auto die alleen in de hoofden van de ontwerpers sportief is.
Conclusie
De X1 lost onze verwachtingen niet helemaal in. De stijl kan ons niet echt bekoren, maar dat is natuurlijk een kwestie van smaak. Het goede rijgedrag, de verzorgde afwerking en het comfortabele interieur zijn troeven die we ook in de 3-Reeks xDrive terugvinden. De X1 is echter gulziger dan de 320 (8,3 tegenover 6,6 l/100 km). Met zijn 204 pk is hij minder levendig dan de 163 pk sterke oude 320. Kortom, de X1 bezorgt je niets meer dan de 3-Reeks xDrive en rijdt bovendien ontgoochelend oncomfortabel. En dat is jammer, temeer daar je dit speeltje erg duur moet betalen. Onze X1 kostte 38.500 euro, maar door de uitgebreide optielijst liep de prijs op tot 57.920 euro.