In tegenstelling tot de logica die Audi handhaaft voor de A-familie, waar de A7 de ‘coupé’ is van de A8, werpt de nieuwe A8 zich op als de coupétegenhanger van de Q7. De mastodont is dus iets korter dan zijn broer met meer gezinsgerichte inborst. Meer zelfs, in die vorm neemt de grote SUV van het Duitse huis nog steeds bijna 5 meter in (4,99 meter). Dat maakt van hem dus een rechtstreekse rivaal van de voortrekker in het segment van de SUV Coupé in de premiumwereld: de BMW X6. De jongste generatie daarvan is 4,91 meter lang. Omdat de Q8 er aanvankelijk enkel is met een 3.0-V6 diesel van 286 pk, verplicht hij ons voor deze vergelijking tot de BMW X6 in zijn versie xDrive 30d (258 pk).
Afwerking, uitrusting: punt voor Audi
Al van het eerste moment maakt het dashboard van de Q8 indruk. Naar het voorbeeld van de jongste topmodellen van de constructeur met de vier ringen kijk je namelijk op het grote scherm van de Virtual Cockpit (in plaats van het instrumentenbord) in combinatie met de twee XXL-schermen van het MMI Touch Response op de middenconsole. Het interieur van de BMW X6 oogt klassieker op dit vlak. Anderzijds blijft het infotainmentsysteem van BMW minstens even intuïtief bij het gebruik als dat van Audi. En het heeft bovendien het grote voordeel dat het niet vol vingerafdrukken staat, in tegenstelling tot de grote aanraakschermen van de Q8, die al snel vuil worden (om nog maar te zwijgen over de grote gelakte plaat op het dashboard die stof aantrekt als een magneet). Naast het meer moderne gevoel onderscheidt de Q8 zich echter ook van de X6 door een nog meer volledige optielijst.
Comfort: punt voor Audi
Hoewel hij gespierder oogt dan de Q7 vergeet de Q8 zijn goede manieren niet wanneer hij zijn passagiers verwelkomt. Omdat de Q8 de wielbasis overneemt van de Q7 is die 6 centimeter langer dan die van de X6. Bovendien behoudt de Audi de optionele verschuifbare achterbank waar de grote SUV Coupé van BMW geen aanspraak op kan maken. Achterin de BMW is ook het ruimtegevoel het krapst. Voor de koffer geldt hetzelfde: de Q8 heeft niet alleen een iets grotere koffer van 605 in plaats van 580 liter, maar ook een meer praktische laaddrempel. En de Q8 maakt het plaatje tijdens het rijden af met een bijzonder verzorgde geluiddemping en een zachter wegcontact dankzij luchtveren. Nu we het daar toch over hebben, kunnen we nog vertellen dat de BMW X6 weliswaar met gestuurde dempers kan worden besteld, maar hij blijft wel altijd trouw aan metalen schroefveren, in tegenstelling tot de SUV van Audi. Daardoor kan hij nooit zijn bodemvrijheid vergroten, terwijl de Q8 wel af en toe een stapje naast het asfalt kan wagen.
Motor: punt voor BMW
De 3.0-V6 van Audi gebruikt een microhybridisering onder een spanning van 48 volt. Daardoor kan hij ‘in waakstand’ gaan wanneer je uitrolt, in tegenstelling tot de zes-in-lijn van BMW. In cijfers ontwikkelt de V6 van de Audi 286 pk en 600 Nm, tegenover 258 pk en 560 Nm voor de drieliter van BMW. Toch voelt die laatste meer opwindend aan als je er de pees oplegt dankzij zijn grotere reactiviteit (maar wel ten koste van een rauwe motorklank onder belasting). Bovendien verloopt de samenwerking tussen de motor en de automatische versnellingsbak duidelijk beter in de X6. Het huwelijk is zelfs foutloos bij BMW. Omgekeerd stelt de afstelling van de automaat bij Audi behoorlijk teleur. De bedenktijd die hij nodig heeft bij elke herneming alvorens de bak ‘de paarden aanspreekt’ is zelfs vrij onaangenaam bij het gebruik…
Rijgedrag: punt voor BMW
Bij een dynamische rijstijl onderscheidt de BMW X6 zich al in de eerste bochten. Zijn evenwicht is zelfs behoorlijk opmerkelijk gezien zijn formaat. De X6 verteert lastwissels met een verrassende levendigheid en geeft nooit de indruk (zolang je binnen ‘redelijke proporties’ blijft uiteraard…) veel last te hebben van de wetten van de fysica. Toegegeven, qua efficiëntie doet de Q8 niet slecht. Zeker als je kiest voor de optionele meesturende achterwielen die je niet op de X6 kan krijgen. Maar terwijl de Q8 de weg ‘braafjes’ volgt, is hij er niet meer zo graag bij wanneer het tempo omhoog gaat. Zijn positionering maakt hem meer tot een GT dan een pure sportieveling.
Budget: punt voor BMW
Audi wil minstens 71.900 euro voor het je met een Q8 50 TDI laat wegrijden, tegenover 70.300 euro voor de BMW X6 30d. Maar in beide gevallen ben je uiteraard nog verplicht om nog een paar duizenden euro extra op te hoesten om de SUV Coupé van je dromen samen te stellen. En dan wordt de Audi zeer snel de duurste, met soms echt hoge prijzen voor sommige opties of packs. Daar zet hij in Vlaanderen wel een iets gunstiger fiscaliteit tegenover als gevolg van zijn iets lagere CO2-uitstoot (vanaf 172 g/km) dan de BMW X6 30d (vanaf 183 g/km).
Conclusie: winst voor BMW
Wanneer we de punten optellen, wint de BMW deze confrontatie. Hij rijdt plezieriger, heeft een overtuigender combinatie van motor en versnellingsbak en slaagt er beter in om zijn eindprijs binnen de perken te houden. Maar als je in de eerste plaats een knappe SUV Coupé zoekt die ‘beschaafd’ kan blijven, dan zal de Q8 meer aanspreken. In tegenstelling tot wat zijn uiterlijk zou kunnen doen vermoeden, biedt hij een ruim interieur, een zeer comfortabel wegcontact en een geluiddemping die niet in een limousine zou misstaan.
