De politiek lijkt het moeilijk te hebben om zich aan de zelf opgelegde deadlines te houden. Het nieuwste twijfelpunt: het verkeersverbod voor Euro 5-dieselwagens binnen de LEZ in Brussel vanaf januari 2025. Twee maanden voor de gewestelijke verkiezingen stelt de PS de lage-emissiezone, die de 19 gemeenten van het Brussels Gewest omvat, in vraag. Dat blijkt uit een artikel van La Dernière Heure.
Ter herinnering: op 1 januari 2025 staat er opnieuw een verstrenging van de LEZ op stapel. Vanaf die datum zullen Euro 5-dieselwagens ingeschreven voor 1 september 2015 en benzinewagens met Euronorm 2 van voor 1 januari 2001 niet meer toegelaten zijn in het Brusselse verkeer. Nu die deadline snel nadert, is mobiliteitsvereniging Touring naar buiten getreden met keiharde cijfers in een poging om het verbod op Euro 5-diesels af te remmen: "In de context van een al kwetsbare Brusselse economie, is het weren van meer dan 850.000 wagens uit de hoofdstad geen haalbare oplossing", aldus Touring. De organisatie wijst ook op een gebrek aan consistentie op milieuvlak van de Brusselse regering met deze maatregel. Hoewel modernere wagens minder vervuilend zijn, waren Euro 5-diesels al uitgerust met roetfilters. Bovendien zou de zeer korte levensduur van deze modellen de milieukosten van hun productie niet hebben kunnen compenseren.
Volgens Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu (Ecolo), is dit "een verkeerd signaal naar burgers en bedrijven die al hebben geïnvesteerd in de aanpassing aan de nieuwe regels", terwijl het verbod in de eerste plaats een volksgezondheidsmaatregel is. Leefmilieu Brussel wijst er van zijn kant op dat er uitzonderingen zijn, met name voor personen met beperkte mobiliteit, en ook ondersteunende maatregelen, zoals de Brussel'Air-premie, waarmee Brusselaars tot 1.010 subsidie kunnen krijgen in ruil voor het schrappen van een nummerplaat van een auto, op voorwaarde dat er in de plaats geen nieuwe auto wordt gekocht.
Het feit blijft dat deze neiging om de agenda in twijfel te trekken bijdraagt aan het ondermijnen van de geloofwaardigheid van de regerende politici, des te meer wanneer partijen die samen zetelen twisten om een maatregel die ze samen hebben aangenomen. Burgers moeten soms enorme kosten dragen om te voldoen aan wetgeving die hen wordt opgelegd, bijvoorbeeld door een nieuwe auto te kopen die conform is met de uitstootregels. Diezelfde burgers zouden zich dus terecht bedrogen kunnen voelen als blijkt dat hun investering voor niets is geweest...