Een groot Europees onderzoek door onder andere de Duitse ADAC zet een dikke streep door de toekomst van e-fuels in personenauto's. De productie kost te veel energie, de beschikbaarheid blijft beperkt en de kosten zijn te hoog. Alleen voor moeilijk te elektrificeren sectoren zoals industrie of lucht- en scheepvaart bieden synthetische brandstoffen perspectief.
Onderzoekers zien geen toekomst voor e-fuels
De studie is uitgevoerd door gerespecteerde organisaties zoals de Duitse ADAC, het Duitse ministerie van Milieu, onderzoeksinstituut Fraunhofer ISI en het Internationaal Energieagentschap (IEA). De conclusie is duidelijk: e-fuels zijn duur, moeilijk te krijgen en gebruiken energie niet efficiënt. De Climate Alliance, die het onderzoek bestelde, zegt dat iedereen die twijfelt aan de Europese uitfasering van verbrandingsmotoren, consumenten misleidt. Beleidsdirecteur Stefanie Langkamp van Climate Alliance noemt e-fuels voor personenauto’s een ‘fata morgana’ en geen serieuze optie naast elektrische auto’s.
E-fuels zijn niet efficiënt en slecht voor het klimaat
Het grote probleem is dat het maken van e-fuels veel energie kost. Synthetische brandstof wordt gemaakt door waterstof met stroom en CO₂ te combineren. De studie berekent dat met de stroom van 150 windmolens 240.000 elektrische auto’s kunnen rijden, maar slechts 37.500 auto’s op e-fuel. “Met dezelfde hoeveelheid elektriciteit zou je volgens de onderzoekers dus meer dan zes keer zoveel elektrische voertuigen kunnen laten rijden,” aldus Langkamp.
En er is meer: elektrische auto’s zijn ook beter voor het klimaat. Als je alles meetelt, van productie tot sloop, veroorzaken elektrische auto’s 40 tot 50 procent minder CO₂-uitstoot dan auto’s op e-brandstoffen. Hoewel de productie van e-fuels met behulp van hernieuwbare energiebronnen in theorie klimaatneutraal kan zijn, blijft het productieproces inefficiënt waardoor er veel energie verloren gaat.
Is er nog toekomst voor synthetische brandstoffen?
De EU heeft besloten dat vanaf 2035 alleen nog nieuwe auto’s zonder CO₂-uitstoot mogen worden verkocht. Na intensief gelobby van onder andere de auto-industrie werd de mogelijkheid toegevoegd om na 2035 auto’s op e-fuels te blijven verkopen, zolang deze brandstoffen CO₂-neutraal zijn. Dit onderzoek plaatst nu een groot vraagteken achter de haalbaarheid van e-fuels als alternatief voor de personenauto.
Ook het Forum Ökologisch-Soziale Marktwirtschaft (FÖS) benadrukt de nadelen van e-fuels. Ze zijn interessant voor industrie, vliegtuigen en schepen, maar niet voor auto’s. Voor auto's komen e-fuels te laat, zijn er te weinig en zijn ze te duur. Er wordt nog maar weinig e-fuel gemaakt en het opschalen gaat langzaam en is onzeker. Zelfs als alles meezit, is er in 2050 wereldwijd maar genoeg e-fuel voor een klein deel van alle auto’s.
Bovendien zijn e-fuels veel duurder dan benzine, diesel en elektriciteit. Elektrisch rijden is vaak al goedkoper dan benzine, maar rijden op e-fuel wordt juist duurder door de hoge brandstofprijs als gevolg van de aard van het productieproces en het beperkte aanbod. Het FÖS suggereert om de subsidies voor e-fuels beter te besteden aan onderzoek en productie voor de sectoren die ze echt nodig hebben, in plaats van inefficiënt gebruik in auto’s aan te moedigen.
De conclusie van het onderzoek is niet mis te verstaan: blijf focussen op elektrische auto’s voor personenvervoer. E-fuels kunnen helpen om de transportsector groener te maken, maar dan vooral in die takken waar elektrisch rijden geen optie is.