Tussen 1995 en 2006 werden er meer dan 100.000 exemplaren gemaakt. De Alfa GTV en Spider zijn tweedehands dus niet moeilijk te vinden. Je vindt ze in alle prijsklassen: van € 4.000 voor een 1.8 coupé tot € 15.000 voor een 3.2 V6 Spider. Welke kiezen?

Keuze genoeg!

Alfa Romeo bood een bijzonder volledig motorpalet aan. De Twin Spark viercilinder van 1,8 liter was het instapmodel. Met zijn metaalachtige klank en 144 pk vormde hij al een bijzonder aantrekkelijk aanbod. Daarboven stond de 2.0 van 150 pk, en aan de top de geweldige V6. Geroemd voor zijn klank en karakter kende de V6 niet minder dan vier varianten: de 3.0 met 12 kleppen en 192 pk, de 3.0 met 24 kleppen en 218 pk, de 2.0 turbo van 200 pk en ten slotte de 3.2 met 24 kleppen en 240 pk. De GTV en Spider sloten hun carrière af met een 2.0 JTS met directe injectie van 165 pk.

Onderweg

Achter het stuur ontgoochelen de GTV en Spider zeker niet! De motoren overheersen de rijbeleving, met een aangename soepelheid, een mooie respons en een sportieve klank. De V6, vooral als 3.0 24V en 3.2 24V is echt de top, en zingt als een heuse operazangeres.

Toch is meer niet altijd beter: de viercilinder is de meest homogene motor in de GTV en Spider. Die is lichter en levert het vermogen beter af aan de voorwielen, wat in zijn voordeel speelt. Bij de V6 moet je het gas doseren. Wat weggedrag betreft doet de Coupé het aanzienlijk beter dan de Spider, door zijn betere stijfheid. Laatste tip: probeer het gaspedaal niet te lossen in de bocht!

Betrouwbaarheid

Alfa Romeo’s hebben lange tijd geen al te beste reputatie gehad op vlak van betrouwbaarheid. Een reputatie die voor dit model deels te rechtvaardigen is. Zoals het een goeie moderne auto betaamt roest hij niet, en ook de mechaniek gaat lang mee. Op de fragiele 2.0 V6 turbo na dan.

Waar schort het dan? Vooral aan de elektronica, met verschillende gebreken. Bovendien is de afwerking van de eerste productiemodellen voor verbetering vatbaar. Mechanisch kan de thermostaat van de radiator van de motor het laten afweten. De V6 met 12 kleppen heeft fragiele nokkenassen, en de viercilinder kan problemen hebben met de variabele kleptiming.

Onderhoud

Het onderhoud van de V6 ligt uiteraard aanzienlijk hoger dan dat van de viercilinder. Die laatste kost ongeveer een honderdtal euro voor een klein onderhoud. Wisselstukken zijn nog grotendeels beschikbaar en betaalbaar. Voor de V6 betaal je voor een klein onderhoud bijna driehonderd euro. En als de wisselstukken nog te verkrijgen zijn, kosten ze heel wat meer.

Slecht nieuws: de motoren hebben een distributieriem die om de vier jaar of 60.000 km moet worden vervangen. Een ingreep die je ongeveer € 1.000 kost voor de viercilinder en bijna het dubbele voor de V6!

Welke kiezen?

Laat ons beginnen met de modellen die je niet moet kiezen: de fragiele 2.0 V6 turbo en de karakterloze 2.0 JTS. De lichte en soepele tweeliter viercilinder Twin Spark is misschien nog de beste keuze. De V6 levert eersteklas prestaties en een fantastische klank, maar boet in aan algemeen rijgedrag en weegt op het budget. Wat het koetswerk betreft, spreekt de Spider natuurlijk de liefhebbers van dakloos rijden aan en de Coupé, met twee extra plaatsen, de sportievelingen. De 2.0 TS GTV is voor ons het beste compromis. En liefst nog een van de tweede productiefase: de eerste zijn maar matig afgewerkt en de laatste hebben een minder geslaagde lijn.