Net na de Tweede Wereldoorlog had Ford drie Europese afdelingen: één in het VK, één in Duitsland en een laatste in Frankrijk, Ford SAF. Die laatste bezorgt de hoofdzetel in Dearborn de nodige kopzorgen. In 1948 lanceert het bedrijf in Frankrijk de berline Vedette, met een sterke Amerikaanse uitstraling en een archaïsche V8 met zijkleppen en een onmetelijk vermogen van 68 pk… François Lehideux, de directeur van de Franse tak van Ford, wil graag meer premium en prestige worden en beslist er daarom een coupéversie van af te leiden… zonder daar de Amerikaanse hoofdzetel van op de hoogte te brengen. Om de opgestoken middenvinger nog meer kracht te geven heeft de auto nergens de merknaam “Ford” op zijn koetswerk.
Op papier gaat alles goed…
De Comète is getekend door Farina, wordt geassembleerd bij Facel-Métallon, wordt aangedreven door een V8 en vinkt dus alle nodige vakjes af bij zijn lancering in 1951. Helaas ontbeert de achtcilinder levenslust: hij is recht uit de berline geplukt en haalt niet meer dan 140 km/u. Ondanks een mooi design komt de verkoop niet van de grond. In 1953 blaast Ford de motor op tot 80 pk, maar de prestaties blijven bescheiden. Het jaar erop zet het merk alles op alles, met een Monte Carlo-versie met de Mistral-V8 net achter het nieuwe radiatorrooster. Die naam kleeft op een motor uit de utilitaire wereld en ondanks zijn forse cilinderinhoud van 3,9 liter slaagt hij er niet in om meer dan 100 pk te ontwikkelen…
Bloemen noch kransen
De Comète Monte Carlo blijft niet lang in het aanbod, want eind 1954 wordt Ford SAF overgenomen door Simca. De productie van de Comète wordt gestaakt na iets meer dan 3.000 exemplaren, waaronder 800 Monte Carlo’s. Vandaag tik je deze prachtige Franse GT met Amerikaanse wortels voor zo’n 50.000 euro op de kop. In absolute zin is dat een hoog bedrag, maar in de context van de stamboom, de elegantie en de zeldzaamheid valt het eigenlijk goed mee.