In 1989 zat Maserati volop in zijn biturbo-periode. De modellen met drukgevoede V6 waren even luxueus als brutaal om te besturen. Het summum was deze Shamal, die de traditie van namen met windverwijzingen voortzette. De stijl liet echter geen twijfel bestaan: het ontwerp van Gandini had veel weg van een echte weerwolf. Hoekige lijnen, gespierde wielkasten en luchthappers: subtiel was anders…
Veel pk, weinig grip
Onder de motorkap ruilde Maserati de V6 biturbo in voor een V8 biturbo. Die motor vond later zijn weg naar de 3200 GT. Maserati dreef de V8 niet tot het uiterste: hij was 3,2 liter groot en produceerde 326 pk. Hier was hij gekoppeld aan een Getrag-zesversnellingsbak. Pikant werd het echter bij het chassis: ondanks een sperdifferentieel en stevig rubber achteraan had de Shamal een gewichtsverdeling die ongunstig was voor de achterkant…
Het rijgedrag van de Shamal vertoonde dus twee gezichten: zacht en makkelijk als je voorzichtig reed, en brutaal en wild als je op het gaspedaal duwde. Er was slechts een kleine duw van de rechtervoet nodig om de achterkant te doen uitbreken. Lag het wegdek er slecht of vochtig bij, had het zelfs wat weg van rodeorijden. Rijhulp ontbrak volledig, dus de Shamal was uitsluitend weggelegd voor ervaren piloten…
Vandaag
Het interieur was stil en luxueus, maar de stijl en het weggedrag waren brutaal. De Shamal vond nooit echt zijn doelpubliek. Hij werd geproduceerd van 1990 tot 1996, in een oplage van slechts 369 exemplaren. Een Shamal vinden is dus niet eenvoudig. De waarde is de laatste twee jaar bovendien toegenomen: vandaag kost een correct exemplaar ongeveer € 80.000 en een model in perfecte staat € 100.000. Eigenaars moeten het onderhoud nauwkeurig opvolgen. Helaas horen daar ook enkele elektronische problemen bij…