Wat valt er eigenlijk nog te vertellen over de nieuwe interpretatie van de oer-Mini, die eind 2000 onder de vleugels van moederkloek BMW het segment van de compacte stadsauto’s op zijn kop zette? Want uiteraard, begin deze eeuw tilde hij het concept “personalisatie" naar een hoger niveau. En tuurlijk, hij wist het retroconcept van de Volkswagen New Beetle succesvoller te maken en te vertalen naar een compacter segment (waardoor de Fiat 500 maar wat graag in zijn kielzog volgde).
Maar wees gerust: vandaag is hij nog steeds relevant. Samen maken de Hatch, de vijfdeurs en de Cabrio drie kwart van de Belgische Mini-verkoopcijfers uit. En die gaan in stijgende lijn: sinds het debuut van de derde generatie, die intern F56 wordt genoemd (de 5-Deurs krijgt de code F55 mee), blijven de verkoopcijfers toenemen. Daar zitten trouwens voor een groot deel nieuwe klanten bij, die bezwijken voor de charmes van het Mini-verhaal.
Wat doet deze facelift dan anders?
Toegegeven: in de eerste plaats werkt hij de checklist van faceliftklassiekers af. Drie nieuwe koetswerkkleuren. Drie nieuwe velgkeuzes. Nieuwe accenten aan de buitenkant en nieuwe afwerkingskeuzes voor het interieur. Maar kijk zeker verder dan dat, want het zit bij de facelift in de details. Zoals de hertekende koplampen, die optioneel met led- of adaptieve led-verlichting kunnen worden besteld. Doe je dat, dan voorziet Mini je achterlichten van een Union Jack-motief. Het Mini-logo is gestileerder, en wordt optioneel vanuit de achteruitkijkspiegels op de grond geprojecteerd.
En dan is er het hoofdstuk personalisatie. Daarin gaat Mini opnieuw een stapje verder. Met het Mini Yours Customised-programma kan je je eigen ontwerp doorsturen naar de Belgische Mini-importeur, die het dan met een 3D-printer uitwerkt. Voorzie tekst of tekening voor de sierstrips rond de richtingaanwijzers op de flanken, voor het inzetstuk boven het handschoenkastje, of ontwerp je eigen tekening die de achteruitkijkspiegels op de grond projecteren.
Verandert er iets aan het motoraanbod?
Jazeker. De driecilinders in de Mini One zien hun longinhoud toenemen: van 1,2 naar 1,5 liter. Daarnaast werden alle motoren onder de loep gehouden om hen zoveel mogelijk te optimaliseren. Finetuning van de turbodruk en andere ingrepen leveren een lager normverbruik en een lagere CO2-uitstoot op. Een optionele nieuwe versnellingsbak met dubbele koppeling en zeven verzetten komt de standaard manuele zesbak vergezellen op de One, Cooper, Cooper S en Cooper D. De Cooper SD doet het als enige met een klassieke achttrapsautomaat.
Wij profiteerden van de Spaanse zon om de sleutels van de Mini Cabrio te ontfutselen, met het Cooper S-blok onder de kap. Dat blok is nog steeds 2 liter groot, en 192 pk en 280 Nm sterk. In combinatie met de zevenbak met dubbele koppeling legt de Cooper S Cabrio acceleratiecijfers voor van 7,1 seconden in de sprint naar 100 km/u, en een topsnelheid van 230 km/u. Het gemiddelde verbruik ligt met de automaat een litertje lager dan met de manuele bak: 5,5 l/100 km tegenover 6,3 liter. Zijn CO2-uitstoot bedraagt 126 g/km.
Hoe presteert de Mini Cooper S Cabrio?
Zoals je van een Mini mag verwachten. Ook met het dak naar beneden. De stuurafstelling verliest in de dakloze versie nauwelijks wat van zijn precisie, waardoor je de Cabrio direct de bocht in piloteert. De voorwielen bijten zich trouwens stevig in het asfalt, en pas wanneer je hem provoceert gaat de Duitse Brit ondersturen. Je merkt het gewichts- en stijfheidsverschil met de Hatch wel, maar problemen levert dat niet op.
De viercilinder turbobenzine is nog steeds zijn enthousiaste en koppelrijke zelf. Soepel in lage toeren en zeker in de sportstand enthousiast zingend uit zijn centrale uitlaat. De zevenbak met dubbele koppeling doet zijn werk probleemloos en oordeelkundig. Hij reageert in automatische stand alert op het commando van je rechtervoet, maar je bestelt er voor extra rijplezier best wel een setje schakelpeddels voor op het stuur bij.
Maar het hoeft niet altijd hard te gaan: ook met een rustigere rijstijl laat deze Mini zich prima genieten. In de comfortstand bijvoorbeeld, waarbij het Cooper S-blok zich discreet naar de achtergrond terugtrekt. Dempers en veren reageren kort op oneffenheden, gelukkig zonder stug te worden. Tenminste… op vlak Spaans wegdek. Wat dat op een Belgische kasseistrook geeft, proberen we later dit jaar uit. Ondanks de rechte voorruit zit je prima beschut tegen de wind, en stoort alleen de opgeplooide stoffen kap het zicht in de achteruitkijkspiegel.
Wat moet ik verder nog weten?
Dat Mini voor de facelift optimaal gebruik heeft gemaakt van BMW’s connectiviteitsaanbod. Betaal je extra, dan wordt het infotainmentsysteem ook aanraakgevoelig, krijg je verkeersinformatie doorgespeeld, en heb je toegang tot conciërgediensten. Ook Apple CarPlay komt erbij. Je telefoon kan tot slot optioneel draadloos worden opgeladen.
Hoeveel kost de vernieuwde Mini?
De Hatch begint met de 75 pk sterke One First vanaf € 17.500 en ziet zijn prijs oplopen tot € 33.550 voor de 231 pk sterke John Cooper Works. De vijfdeurs kost € 1.000 extra, maar krijgt geen JCW-variant. Voor de Cabrio betaal je minstens € 23.150 (One), en zijn prijskaartje loopt op tot € 38.050 voor de John Cooper Works. “Onze” Cooper S begint vanaf € 31.500. Met onder meer een regen- en lichtsensor, parkeersensoren en automatische klimaatregeling is de standaarduitrusting van de Cabrio Cooper S correct, maar hou er rekening mee dat de teller doortikt als je aan de onvermijdelijke personalisatie begint.
Besluit?
Deze Mini Cooper S Cabrio blijft in zijn derde generatie een entertainende speelvogel. De facelift polijst de motoren, maar blijft voor de rest beperkt tot enkele esthetische klassiekers. Als je weet dat zijn negatieve punten beperkt blijven tot praktische bezwaren – en een prijskaartje dat snel kan oplopen als je je wat laat gaan – dan weet je dat dakloos rijplezier gegarandeerd is.