Een van de voordelen van de Alliantie Renault-Nissan is dat de merken hun kennis en producten kunnen delen. Zo kon Renault tijdens de hausse van de C-SUV’s een beroep doen op zijn Japanse partner voor een SUV op basis van de populaire Qashqai. Het resultaat werd de Kadjar, die vandaag in het gamma tussen de Captur en Koleos staat.

Hoewel de verkoopcijfers van de Kadjar onder de uitzonderlijke cijfers van de Qashqai blijven – een van de pioniers in het segment, niet te vergeten – mag Renault toch spreken van een succes. In een vijftigtal landen werden er meer dan 450.000 Kadjars verkocht. Tegelijk met de invoering van de nieuwe uitstootnormen profiteert Renault van de Qashqai-facelift om nieuwe, zuinigere en krachtigere motoren uit de Alliantie te introduceren, die samen met Daimler ontwikkeld werden.

Visueel

Renault wilde de Kadjar duidelijk meer uitstraling geven en beter laten aansluiten bij de Captur en Koleos. Een nieuwe lichtsignatuur en hertekende bumper zorgen voor de visuele aansluiting. De mistlichten zijn voortaan rechthoeking met een chromen accent en verdwijnen in de hoeken. Ook achteraan worden er krachtigere en zuinigere led-lichten gebruikt, en zorgt een nieuwe bumper voor meer présence. Nog aan de buitenkant maken nieuwe 17- en 19-duimsvelgen hun opwachting, net als enkele nieuwe koetswerkkleuren.

Ook het interieur maakt een visuele kwaliteitssprong, met meer gesatineerd chroom rond de ventilatiemonden, op de deurgrepen, de middenconsole en het stuur. Het touchscreen op het dashboard is krachtiger. De bediening van de airco werd eenvoudiger, met drie draaiknoppen die de temperatuur en ventilatie weergeven. De deurvakken bieden voortaan plaats aan flessen van 1,5 liter. De zetels werden comfortabeler en er is een nieuwe uitvoering “Black Edition”, bovenop de uitvoeringen Life, Zen, Limited en Intens.

Onder de motorkap

Voortaan krijgt de Kadjar de nieuwe generatie motoren uit de Scénic en Mégane, zoals de 1.3 TCe, een viercilinder met 140 en 160 pk, die gekoppeld is aan een manuele zesbak of EDC-automaat met zeven verzetten en steeds voorzien is van een partikelfilter. Diesels zijn er in de vorm van de Blue dCi 115 (1.5, manuele zesbak) en Blue dCi 150 (1.7, manuele zesbak, alleen vierwielaandrijving). De TCe 160 en dCi 150 zijn er alleen in de uitvoering “Black Edition”.

De vierwielaandrijving van de Kadjar beschikt over drie modi: 2WD, die alleen de voorwielen aandrijft, Auto, waarbij het koppel afhankelijk van de tractie tot een 50/50-verhouding tussen beide assen wordt verdeeld; en Lock, met 50/50-koppelverdeling en vergrendeling van het centrale differentieel. Die laatste modus is bedoeld voor echt terreinrijden en is beschikbaar tot 40 km/u.

Ruim voldoende in moeilijke omstandigheden, zo konden we ondervinden op een testpiste die grotendeels blank stond door overvloedige regen. Temeer omdat we de oefening met onaangepast schoeisel deden: 19-duimsvelgen met Michelin Pilot Sport-banden van maat 225/45, standaard op de Black Edition.

140 of 160

Onze test op de weg begonnen we met de TCe 160 in combinatie met de EDC7-versnellingsbak met dubbele koppeling. Meteen treedt het zachte rijcomfort van de Renault-SUV op de voorgrond. De nieuwe zetels steunen uitstekend en maken het aangenaam rijden. De nieuwe motor reageert vlot in alle omstandigheden en werkt prima samen met de EDC-versnellingsbak. Geen schakelpeddels aan het stuur, maar die heb je ook niet nodig in dit soort auto’s. Jammer wel dat de 19-duimsvelgen en het laagprofielrubber niets toevoegen aan het comfort en nogal luidruchtig zijn, hoewel ze er netjes uitzien.

De bescheidener TCe van 140 pk verschilt in feite alleen maar van de krachtigere versie door een andere motormapping. Opmerkelijk genoeg vonden we hem in combinatie met de manuele bak aangenamer dan de versie van 160 pk. Is het omdat hij uitnodigt tot een actievere rijstijl? De Kadjar is alleszins leuker en preciezer in de bochten. We rijden natuurlijk niet in een Alpine en een SUV heeft natuurlijk een hoger zwaartepunt en een navenant weggedrag, maar het eindresultaat overtuigt. De 140 paarden zijn ruim voldoende en zullen het alleen moeilijk hebben wanneer je zwaar beladen de bergen in trekt of een aanhanger trekt. Volgens ons is de juiste keuze dus de enige motor die beschikbaar is in alle uitvoeringen.