Schitterende samensmelting

Het recept? Het lijkt gemakkelijk: neem de voorzijde van de SLS en het profiel van de E-Klasse, voeg er specifieke achterlichten aan toe en trek van de voorruit tot aan de koffer een sierlijke en vloeiende daklijn.
Wanneer je de CLS frontaal of driekwart bekijkt, lijkt hij aan alle verwachtingen te voldoen. Maar in profiel of achteraan gezien klopt er iets niet: de massieve achterkant gaat moeilijk samen met de fraai bewerkte flanken. Misschien ben ik wat te kritisch en te sterk gefocust op details, want in zijn geheel heeft de CLS een prachtig voorkomen.

E-Klasse

Onderhuids rust de CLS op het platform van de E-Klasse. Het verschil zit hem niet alleen in de koetswerkvorm, maar ook in het gebruik van aluminium. Zo zijn de deuren in het edele en lichte materiaal uitgevoerd, wat 24 kg gewicht bespaart. Niet echt spectaculair, maar toch een stap in de goede richting. Qua veiligheid neemt de CLS het uitgebreide arsenaal van de E-Klasse over, een tiental systemen die over de auto en de bestuurder waken.

Overal leds

Xenonverlichting? Dat is helemaal passé. Mercedes innoveert door de CLS met leds uit te rusten die nog feller verlichten en ook vijf keer langer meegaan dan xenonlampen. De 71 lichtdiodes worden gecombineerd met de bi-xenonverlichting van het Intelligent Light System, dat de lichtstraal regelt in functie van de omstandigheden. Een klein gasfabriekje, deze lichtblokken.

Parametrische stuurinrichting

Benieuwd wat er achter die naam schuilt? Niets anders dan een directere stuurinrichting met veranderlijke bekrachtiging. Die verbruikt minder energie: alleen als je aan het stuur draait, wordt ze gevoed. Dus hoe minder stuurbewegingen, hoe minder je auto verbruikt. Eigenaardig, maar waar.

Interieur naar eigen smaak

Zoals te verwachten, concentreerde Mercedes zich niet alleen op het uiterlijk. Ook aan het interieur werd veel aandacht besteed, getuige de nieuwe centrale console met erg chique metalen knoppen en het verfijnde navigatiesysteem. Het geheel ademt elegantie, raffinement en kwaliteit uit. De materialen zijn bijna perfect afgewerkt. Uiteraard kan de eigenaar van de CLS zijn auto helemaal individualiseren; van de kleur van het hout, over het leder tot zelfs een harmoniserende kleur van de dakhemel (licht, donker, Alcantara).

Vier cilinders

Onder de motorkap is de 250 CDI-motor dé grote nieuwigheid voor ons land. Je hoeft dus niet meer automatisch te kiezen voor een dikke 3-liter V6 om van de CLS te kunnen genieten. Net als in de S-Klasse wordt de instapversie aangedreven door een ‘kleine’ viercilinder.

Goed nieuws voor de portefeuille, want ondanks de uitstekende prestaties (204 pk en 500 Nm) is hij ergzuinig. Nog meer goed nieuws: hij wordt gekoppeld aan de uitstekende automaat met zeven verhoudingen.

De vertrouwde automaat met vijf versnellingen wordt definitief naar de prullenmand verwezen.
De andere motoren zijn veel groter: de 3-liter V6 dieselmotor met 265 pk (CLS 350 CDI), de 3,5-liter V6 benzinemotor met 306 pk (CLS 350) en als neusje van zalm de V8 met dubbele turbo en 408 pk (CLS 500). Alle motoren worden gekoppeld aan de automaat met zeven verhoudingen en krijgen een start-stopsyteem mee.

Cocooning

Met zijn zwarte Alcantara-dakhemel is de CLS als het ware een cocon waarin het erg aangenaam vertoeven is. Een zacht nest met een individualiseerbare indirecte verlichting. Tegenover de Britse charme van een Jaguar oogt het interieur nog vrij ‘streng Duits’, maar het is allesbehalve onaangenaam. Bovendien fleuren enkele chroomaccenten het geheel op. Voorin heb je ruimte zat, achterin moeten grotere passagiers toch het hoofd buigen om contact met het dak te vermijden.

Prestaties: van genoeg tot geniaal

Voor onze eerste kennismaking met de CLS in de Toscaanse heuvels koos Mercedes drie motoren: de 350 CDI, de 350 en de 500. Onze aandacht ging vooral uit naar de eerste versie. De twee benzineversies zullen bij ons commercieel maar een bijrol spelen. En dat is jammer.

De V6 diesel bleef zichzelf trouw: discreet en krachtig, met vlotte hernemingen. Alleen in vrijloop en bij erg lage toeren is zijn landbouwafkomst enigszins merkbaar. Met een verbruik van amper één liter meer zorgt de 350 benzine voor heel wat meer plezier door uitstekende prestaties aan een goed gedempte en opwindende motorsound te koppelen.

De 500 van zijn kant is een AMG die zijn afkomst niet wil erkennen: met zijn schitterende prestaties laat hij heel wat sportwagens zijn achterlichten zien. Als je het gaspedaal wat te bruut naar beneden trapt, begrijpen de passagiers meteen wat het betekent om in de zetels gedrukt te worden.

Op de weg voelt de CLS erg licht en levendig aan en koppelt hij stabiliteit aan efficiëntie. Enig minpuntje is de iets te lichte stuurinrichting. Rest ons nog de prijs: vanaf 62.436 euro.