François Piette

9 NOV 2007

Klein, trendy, zuinig

Er bestaan niet alleen Cooper en Cooper S bij Mini! Het bewijs : de gamma wijkt eveneens af naar twee meer economische versies. Deze One en Cooper D richten zich voornamelijk tot de kleine budgetten en tot de grote rijders. Men hoeft nu nog enkel waar te nemen of hun karakter altijd dezelfde blijft…

Stijl Met uitzondering van het logo, onderscheidt men niet echt de One van de Cooper. Daarentegen is de Cooper D gemakkelijker identificeerbaar, met zijn reliëf op de motorkap, zijn grotere luchtkoker en... zijn specifiek logo natuurlijk! Maar men spreekt hier enkel van details, die het buitengewone charmante snuitje van de Mini niet bederven. Met zijn gebogen lijnen en met de wielen aan zijn vier uitersten gegooid, trekt hij aandacht maar wekt zeker ook de sympathie aan! Motors Onder de kap van de One, werkt een volledige nieuwe motorblok. Vaarwel de slappe 1.6 l van 90 pk, het is een 1.4 l van 95 pk bij 6.000 rpm en 140 Nm aan 4.000 rpm die hem vervangt. De geleverde waarden zijn heel goed in vergelijking met de cilinderinhoud, maar deze worden jammer genoeg niet vertaald onderaan de rug. Al bevat de doos 6 versnellingen, deze zijn te lang en laten niet toe de volledige mechanica uit te baten. Resultaat: indien de motor niet gierig is in goede wil, zijn de prestaties nogal gematigd, zeker bij heropleving, waar men niet moet aarzelen constant te gaan schakelen. De Cooper D voorziet zich van een welbekende motor, namelijk de 1.6 HDi van 110 pk en 240 Nm (260 met de overboost). Herkend voor zijn mooie kwaliteiten qua zachtheid en kracht, hij maakt wonderen onder de motorkap van de Cooper D. Met deze motor, die uiteindelijk op de hoogte is (de 1.4 diesel van Toyota van de vorige generatie was kortademig), kan de Mini diesel rustig en in veiligheid lange ritten voorzien. Enkel genoegen dus? Niet helemaal: indien deze motor zich opmerkelijk discreet vertoont onder de motorkap van de Peugeot 207 en de Volvo C30, is hij hier luider dan gewoonlijk waargenomen. De 6-versnellingsdoos die er aan gekoppeld werd is een genot van nauwkeurigheid en men zou hem graag in bovenvermelde versies zien zitten, die nog voorzien zijn van een 5-doos. Qua verbruik is het overzicht nogal gematigd wat betreft de One, die een gemengd verbruik waarmaakte van 7,2 l/100 km, zijnde een dichtstaande waarde bij deze van de Cooper nochtans voorzien van 25 bijkomende pk’s. Voor de records, moet men zich keren naar de Cooper D, die amper 5,3 l/100 km verbruikte! Een gemiddelde dat nog zou moeten verminderen met de verschijning van de Efficient Dynamics en van het systeem Start and Stop, die in de loop van 2008 voorgesteld zullen worden. Wegligging Een Mini is gelijk aan een lange traditie van knowhow qua wielassen. En de nieuwe bewijst een grote eer aan de vorige, met een aangenaam, nauwkeurig en handig raamwerk... op perfect wegdek! Eens dat u buiten de typische Belgische spiegelgladde weg rijdt, verkrampt de glimlach. De ophanging is droog en slaagt er niet in om de oneffenheden correct te behandelen: de Mini klopt dan in op de vering. De stuurinrichting, elektrisch bijgestaan, helpt hier ook niet echt bij om het resultaat te verbeteren. Ook daar, eens men op gladde wegen terecht komt, is alles terug in orde en is het plezier opnieuw van de partij. Men vindt het heerlijke evenwicht terug, die de legende maakte van de allereerste modellen, alsook een buitengewone reactiviteit bij elk teken van de bestuurder. Comfort Zelfs voor de grotere onder ons blijft het aangenaam om zich achter het stuur van een Mini te plaatsen. De mogelijkheid bestaat er steeds in om zich dicht bij de grond te zetelen en daarbij toch een goede dakhoogte te behouden. Aan de andere kant, indien dezelfde grote zich achteraan moet plaatsen, komt de schoenlepel zeker van pas... Niet alleen de toegang is niet gemakkelijk, maar de leefbaarheid is er nogal beperkt... Idem voor de koffer, met een volume gaande van 160 tot 680 liters, wat niet aanzet tot een rondtrek in rommelmarkten. Maar dit is allemaal niet echt verwonderlijk, met een wagen van 3,7 m lang! Het comfort werd eveneens benadeeld door een droge ophanging, wat lange reizen vermoeiend maakt. De Cooper D lijdt bovendien onder een middelmatige geluiddemping. Om dit hoofdstuk af te sluiten, merkten wij een uitstekende ergonomie en een doeltreffende airconditioning op. Tarieven en uitrustingen Net zoals de voorgaande modellen, kunnen de Mini One en de Cooper D niet beschouwd worden als schappelijke wagens. Met zijn prijskaartje van 16.100 € , ziet de One er bijna redelijk uit, maar kijk eventjes naar de optielijst om te beseffen dat de eindafrekening nogal gepeperd kan worden. Indien de airbags en de radio CD degelijk wel standaard voorzien worden, zal men enkele centen moeten bijvoegen om te genieten van de airco (990 € voor de manuele, 1.325 € voor de automatische) en de metalen velgen (470 € in 15-duims). Voeg hierbij 170 € voor de boordcomputer, 410 € voor de metaalkleur, 250 € voor het multifunctionele stuur met snelheidsregelaar,…De Cooper D, aangekondigd op 20.300 €, wordt standaard voorzien van de 15-duimse metalen velgen, het lederen stuur, het ESP systeem en de manuele airco. Besluit En wat het pure rijplezier aangaat, heeft de benzine Cooper ongetwijfeld een voorsprong op zijn kleine broers van de gamma. Maar deze werden trouwens niet beroofd van argumenten, en zeker niet de Cooper D, die een uitzonderlijke zuinige motor voorstelt! En wat de One betreft, hij heeft het voordeel om standaard aan een aanvalsprijs voorgesteld te worden. Maar toch lijdt zijn rijplezier onder maar weinig franke oplevingen. Toch geven in ieder geval het design van de wagen en de binnenkant de glimlach terug !
Advertentie
Advertentie
Advertentie