Mag je elke dag rijden met een O‑plaat?

Mag het van de wet?

Een wagen inschrijven met een O-plaat brengt enkele beperkingen met zich mee. Zo mag je hem niet gebruiken voor betaald personen- of goederenvervoer, niet inzetten voor reclame en vooral niet voor woon-werkverkeer of schooltrajecten. Als je met dagelijks gebruik bedoelt dat je ermee naar het werk wil rijden, dan is het antwoord nee: dat is niet toegestaan.

De enige manier om dat te omzeilen, is door de wagen in te schrijven met een gewone nummerplaat. Daarmee gelden dezelfde regels als voor moderne auto’s, maar dan mag je niet langer in lage-emissiezones rijden. Als je je oldtimer daarentegen enkel gebruikt voor boodschappen, vakanties of plezierritten, dan mag je hem wel dagelijks gebruiken.

Vanuit technisch, financieel en veiligheidsstandpunt

Hoewel het wettelijk gezien mogelijk is om een oldtimer dagelijks te gebruiken, is het niet meteen aan te raden. Deze wagens voldoen niet aan de hedendaagse veiligheidsnormen en bieden veel minder bescherming dan moderne wagens. Daarnaast is de weerbaarheid van een oldtimer niet vanzelfsprekend. In tegenstelling tot recente modellen beschikken veel klassiekers niet over een degelijke roestbescherming, waardoor regen en vooral strooizout hun grootste vijand zijn.

Dagelijks rijden met een oldtimer betekent ook dat hij voortdurend wordt blootgesteld aan slechte weersomstandigheden, druk verkeer en onvoorzichtige weggebruikers, wat de slijtage sterk kan versnellen. De onderhoudskosten kunnen hierdoor snel oplopen, aangezien de mechanische onderdelen intensief worden belast in omstandigheden waarvoor ze oorspronkelijk niet ontworpen zijn (of toch niet voor zo’n lange levensduur). En dan hebben we het nog niet eens over het brandstofverbruik, dat bij veel oudere wagens aanzienlijk hoger ligt dan bij moderne modellen.

Vanuit milieuoogpunt

De impact van een oldtimer op het milieu hangt sterk af van het model zelf en het aantal kilometers dat ermee wordt gereden. Een kleine Citroën 2CV met een verbruik van 5 à 6 liter per 100 km die jaarlijks slechts 3.000 km aflegt, kan verrassend milieuvriendelijk zijn. Omdat de CO₂-uitstoot rechtstreeks gekoppeld is aan het brandstofverbruik, blijft de totale ecologische voetafdruk relatief laag.

Vanuit het perspectief van de volledige levenscyclus kan het zelfs minder zinvol zijn om om de vijf à zes jaar een nieuwe elektrische auto te kopen voor zulke korte afstanden. De productie van een nieuwe elektrische wagen brengt gemiddeld zo’n 10 ton CO₂-uitstoot met zich mee, terwijl een ‘Geit’ in dezelfde periode slechts zo’n 3 ton uitstoot.

Voor een klassieke wagen met een grote V8-motor uit de jaren 70 die 15 liter per 100 km verbruikt en jaarlijks 10.000 km wordt gereden, ziet het plaatje er natuurlijk anders uit. Een oldtimer blijft vooral ecologisch verantwoord zolang hij weinig wordt gebruikt.

Vanuit psychologisch oogpunt

Velen hebben het geprobeerd en zijn uiteindelijk op hun beslissing teruggekomen. Dagelijks rijden met je "zondagse auto" kan de magie snel doen verdwijnen. Kleine gebreken die je tijdens een sporadische rit charmant vindt, zoals een nauwelijks functionerende ontwaseming, een zwak verwarmingssysteem of een onvoorspelbaar rijgedrag, kunnen op lange termijn eerder een bron van frustratie worden dan van plezier.

Tenzij je een echte purist bent, kan het dagelijks gebruik van een oldtimer behoorlijk stressvol worden. Je houdt voortdurend de motortemperatuur in de gaten in de file, spitst je oren bij elk verdacht geluid en zwaait geregeld met een doek om het beslagen voorruit vrij te maken. Wat in het begin een nostalgische ervaring lijkt, kan al snel omslaan in een opeenstapeling van kleine ergernissen.

Conclusie

Ja, dagelijks rijden met een wagen met O-plaat is wettelijk mogelijk, zolang hij niet wordt gebruikt voor woon-werkverkeer of schooltrajecten. Toch is het allesbehalve de beste keuze, zowel op vlak van veiligheid, comfort en onderhoud… als voor de bijzondere band die je met je klassieker hebt!