De drie letters “GSi”, die voor het eerst in 1984 op de Kadett en Manta verschenen, verdwenen even van het toneel samen met de laatste Corsa GSi in 2012. Ze stralen misschien minder prestige uit dan “OPC” (Opel Performance Center), maar beloven toch voldoende sensaties.

Dat zie je al meteen als je de Insignia GSi ziet staan: de scherpe lijnen van de huidige Insignia-generatie hebben niet veel meer dan (optionele) 20-duimsvelgen en een 10 millimeter verlaagde ophanging nodig. Tenzij klassiekers als specifieke bumpers, zijschorten en een achterspoiler. Maar veel hoeft Opel niet te forceren, en het voegt zelfs enkele klassevolle chromen accenten toe.

Binnenin krijg je een zwarte dakhemel, een afgeplat sportstuur, aluminium pedalen en geweldige kuipzetels, die Opel zelf ontwikkelde. Ze bewaren het comfort van de zetels in andere modellen uit het gamma (ventilatie, verwarming, massage, steun en elektrische verstelling) maar zetten de toon met geïntegreerde hoofdsteunen. Bovendien wegen ze minder dan de Recaro’s in de Corsa OPC, en die laatste beschikken zelfs niet eens over alle comfortfuncties van de zetels in deze Insignia GSi.

Minder krachtig maar lichter

Eveneens opvallend: de jacht op de kilo’s. De GSi stelt zich “tevreden” met 260 pk, vergeleken met de vroegere Insignia OPC, die 325 pk sterk was. Hij is wel 160 kilogram lichter, waardoor hij 12 seconden sneller is op de Nürburgring dan de OPC. Toch kiest de GSi voor een motor en aandrijving die het Insignia-gamma al had: de 2.0 Turbo viercilinder, die 260 pk en 400 Nm produceert. Die is gekoppeld aan een achttrapsautomaat van Aisin-makelij.

De Insignia GSi heeft een Flexride-chassis met vierwielaandrijving en vectoriële koppelverdeling op de achteras. Het vermogen dat naar elk achterwiel gaat, hangt dus af van de grip. De afstelling is dan weer specifiek voor de GSi, en moet meer efficiëntie en precisie opleveren.

Er zijn drie rijmodi die de respons van het gaspedaal, de versnellingsbak, het stuur en de schokdemping beïnvloeden. Dan iser nog een “Competition”-modus die zich achter de ESP-knop verschuilt. Twee keer op de knop drukken schakelt de antislipregeling uit, maar niet het ESP: dat gedraagt zich gewoon losser en geeft dus meer vrijheid.

De GSi krijgt standaard of optioneel heel wat comfort- en veiligheidsopties (matrix-ledkoplampen, 360-gradencamera, head-updisplay, rijhulp, infotainment,…) die we al van andere Insignia’s kennen, maar hij onderscheidt zich door stevigere remmen, met grotere remschijven en remklauwen met vier zuigers van Brembo-makelij. Specifieke 20-duimsvelgen en Michelin Pilot Sport 4S-banden zetten het talent van het chassis extra in de verf.

Michelin

Opel nodigde ons uit in het testcenter van Michelin in Fontange om de efficiëntie van de chassisafstelling van zijn sportieve gezinswagen in de verf te zetten. Slaloms, bochtenwerk, remproeven en chicanes, en zelfs een natte ondergrond waar we de limieten op konden verkennen. De Opel stuurt vlak en zonder koetswerkrol in, en vindt een goede mix tussen stabiliteit bij hoge snelheden en dynamiek in kleine bochten.

Let er wel op dat je op tijd de remmen induikt voor je de bocht aansnijdt, om onderstuur de kop in te drukken. Gelukkig heeft het Brembo-team goed werk geleverd. De remmen geven vertrouwen door hun kracht, uithoudingsvermogen en doseerbaarheid.

De Michelin-banden zitten nooit om grip verlegen, maar het lage profiel zorgt wel voor verminderd comfort op slecht wegdek. Bij een actievere rijstijl doet de sportophanging (en de kuipzetels) zijn werk, en dat levert een efficiënt en plezierig weggedrag op. De automaat is vrij van kritiek, op misschien iets kortere verzetten na. De kunstmatige sound in Sportmodus gaat na langere tijd gelukkig niet vervelen.

De expressieve Insignia GSi is mooi getekend, maar niet vulgair, en kiest voor een evenwichtig pakket dat alle gebruik toelaat, van dagelijks verkeer tot rijden met het mes tussen de tanden. Hij is er als berline en als Sports Tourer (break), en zelfs met een 2.0 BiTurbo dieselmotor van 210 pk en 480 Nm. Met bijna 90 kilogram meer op de vooras is dat echter niet onze eerste keuze…