Peugeot is langzaam maar zeker bezig om zijn catalogus op te waarderen. Daarom lijkt het zijn ludospace niet meer gewoon “Partner” te willen noemen. De nieuwe generatie heet voortaan dus Rifter. Om hem te onderscheiden van de Citroën Berlingo en Opel Combo Life zet de Rifter meer in op avontuur. Een verhoogde bodemvrijheid, duidelijke wielkasten, een contrasterende kleur onder de voor- en achterbumper, zijdelingse beschermstukken, enzovoort. Dankzij de – euh – Peugeot-partner Dangel biedt het Franse merk zelfs echte vierwielaandrijving in de optielijst. Wie wakker ligt van de looks van zijn Rifter, kan kiezen voor de sportief-chique GT Line-afwerking als topversie.

i-Cockpit

Aan boord wordt het verschil met zijn Citroën- en Opel-familie nog duidelijker: de nieuwe Peugeot-ludospace krijgt de i-Cockpit. Dat betekent dus een combinatie van een klein stuur, hoog geplaatste tellers en een 8 duim groot touchscreen. Voor de rest wil de Rifter vooral praktisch zijn, en behoudt hij dus zijdelingse schuifdeuren, een afzonderlijk openende achterruit en individuele zetels. Ook hier zijn er twee lengtes: 4,40 meter en 4,75 meter. In zijn grootste versie is er eventueel plaats voor zeven passagiers.

Motoren

De Rifter begint zijn carrière met twee benzinemotoren: de 1.2 PureTech 110 en de 1.2 PureTech 130. Die laatste kan vanaf 2019 worden gekoppeld aan de nieuwe achttrapsautomaat. Als diesel is de Peugeot er als 1.5 BlueHDi met 75, 100 en 130 pk. De twee eerste versies krijgen alleen een manuele vijfversnellingsbak, de 130 pk-versie een manuele zesbak of achttrapsautomaat. De Rifter wordt volgende maand voorgesteld op het salon van Genève, de commerciële aftrap wordt gegeven in september.