Presentatie
Zeventig procent van de onderdelen van de Exeo zijn identiek aan die van de oude Audi A4. Ook aan de buitenkant is de familieband met de A4 duidelijk: in profiel lijken beide auto’s sprekend op elkaar. Vooraan krijgt de Exeo een wat agressiever radiatorrooster. Achteraan blijft hij vrij neutraal en minder origineel. De 16-duimsvelgen lopen wat verloren in de grote wielkasten. 17-duimsvelgen lijken ons meer geschikt. Bij de break is het verschil duidelijker: de achterzijde ziet er nu heel anders uit. In het interieur maken alleen het logo op het stuur en de stoelen met betere zijdelingse steun het verschil.
Motoren
In tegenstelling tot de oude A4 is de Exeo uitgerust met de nieuwste motoren. De dieselmotoren hebben allemaal common rail. De 2.0 TDI is beschikbaar in drie vermogensversies: 120, 143 en 170 pk. Zij leveren respectievelijk 290, 320 en 350 Nm koppel.
Wij reden met de versies van 120 en 170 pk. De motoren zijn rond en krachtig. Bij de krachtigste versie heb je uiteraard steeds reserve onder de voet, maar zelfs de 120 pk zorgt voor heel wat rijplezier. Beide motoren zijn soepel en stil en tonen vooral bij lage toerentallen hun kwaliteiten. De soepele motor zet aan tot een rustige rijstijl waarbij je vroeg in de versnellingen klimt.
Wel is het jammer dat er momenteel voor de dieselmotoren nog geen automaat beschikbaar is. Ook de fabuleuze DSG (Direktschaltgetriebe) prijkt niet in het gamma. Gelukkig is de manuele versnellingsbak met zes verhoudingen erg aangenaam in gebruik en is hij uitstekend gespreid.
Rijgedrag
De Exeo heeft een dynamischer afgesteld onderstel dan de oude A4, maar is ook harder gedempt. Er is keuze tussen twee afstellingen: comfort en - juist ja - sport. Het comfortonderstel durft in lange bochten al eens te pompen terwijl de sport-ophanging de ruggenwervels niet spaart. Toch is de filtering efficiënt en rijdt de Exeo erg prettig. Hij rijdt in ieder geval aangenamer dan de oude A4. De stuurinrichting van de Exeo voelt minder kunstmatig aan dan de gesofisticeerde ondersteuning van de Audi A4.
Comfort
Het interieur van de Exeo is erg verzorgd. Net zoals het een berline uit de premiumklasse betaamt. De verzorgde afwerking, de materialen van uitstekende kwaliteit en de perfecte assemblage overtuigen. Blijkbaar was de oude A4 dan toch niet zo verouderd. De stoelen geven meer zijdelingse steun en zitten niet alleen goed,maar zijn van erg goede kwaliteit. De lederen bekleding ziet er chique uit. De rijpositie is uitstekend en alles valt perfect in de hand. Schakelen is een plezier en de korte versnellingspook laat zich erg makkelijk bedienen. Toch is het plaatje niet helemaal perfect. Net als bij de oude Audi A4 zit de handrem verborgen onder de centrale armsteun. Het mag een detail lijken, maar als je telkens weer je hand in een onmogelijke bocht moet wringen, erger je je hier toch aan.
Dankzij de common rail zijn de motoren heel wat stiller. Je hoort de motor nauwelijks. Misschien zijn de turbulenties rond de nieuwe spiegels net daarom duidelijk hoorbaar. Maar al met al is het resultaat meer dan behoorlijk. De airco werkt erg efficiënt en is standaard in twee zones opgedeeld.
Functionaliteit
Ruim kan je de Exeo niet noemen. Achteraan zit je vrij krap en instappen is niet zo evident. Ook het aantal bergvakken is beperkt. Het koffervolume is zonder meer correct. De Exeo is niet de ruimste en meest gerieflijke auto op de markt. Hetzelfde geldt voor de break. Gelukkig biedt de auto een uitgebreide serie-uitrusting en een uitstekende afwerking.
Prijzen en uitrusting
Voor de Exeo berline tel je minimaal 23.990 euro neer. De break kost 1.000 euro meer. De serie-uitrusting is erg uitgebreid: automatische airco met twee zones, CD/MP3-lezer met auxiliary-aansluiting en airbags rondom inclusief voor de knieën van de bestuurder. Dat mag je best waar voor je geld noemen. Voor 2.700 euro meer pronkt de ‘Sport’-versie op jouw oprit en voor nog eens 1.300 euro extra kan je met de topversie van 170 pk op pad gaan. Naar onze mening zijn dat erg redelijke prijzen.
Het verbruik van onze testwagens bleef vrij beperkt. De berline met 170 pk verbruikte 6,4 l/100 km terwijl de break 120 pk voldoende had aan 6,8 l/100 km. In stadsverkeer klom het gemiddelde verbruik wel op tot 7,5 l/100 km. Rekening houdend met de prestaties zijn dat erg redelijke cijfers.
Besluit
De Seat Exeo is niet de meest praktische of de meest aantrekkelijke berline op de markt. Misschien is dat te wijten aan zijn ‘deja vu’-profiel. Toch verdient hij onze aandacht. Voor minder dan 25.000 euro heb je een opmerkelijk afgewerkte en compleet uitgeruste break met een dynamisch rijgedrag. De facelift bleef niet beperkt tot enkele kleine veranderingen aan een verouderde Audi. Die had zeker zijn intrinsieke kwaliteiten, maar Seat bezorgt de auto een toegevoegde waarde. Het specifieke onderstel en de nieuwe motoren geven de auto bovendien een eigen identiteit.