Even terug naar 2008. De vorige generatie van de Skoda Superb kreeg toen als topversie een atmosferische 3.6 V6 onder de motorkap. Die was 260 pk sterk en deed in een licht gewijzigde vorm ook dienst onder de kap van de toenmalige VW Passat en CC. Maar andere tijden, andere gewoontes. En vooral andere uitstootnormen: de V6 heeft de huidige Superb nu ingeruild voor een viercilinder. Maar dat is niet zomaar de eerste de beste…

Welke motor heeft deze Superb dan?

Dezelfde motor als in de Seat Leon Cupra, de Spaanse hot hatch en interessant alternatief voor de Volkswagen Golf GTI. Net als deze Superb is de Leon Cupra ook als break te krijgen, en daar hebben we van onthouden dat die zich ontpopt als een snelle en efficiënte break. Is deze Skoda Superb – die weliswaar geen RS-logo meekrijgt – dat ook?

Geen RS? Hij ziet er nochtans sportiever uit?

Daar zorgt de SportLine voor. Die afwerkingsvariant drapeert de Superb in sportieve accenten. Een zwartomrand radiatorrooster, zwarte spiegelkappen, stevigere bumpers en specifieke 19-duimsvelgen aan de buitenkant; een zwarte hemelbekleding, driespakig afgeplat sportstuur en uitstekend steunende sportzetels aan de binnenkant zijn de voornaamste weggevers. De SportLine-uitvoering is beschikbaar op de krachtigere motoren van de Superb.

Hoe krachtig is deze 2.0 TSI?

Die is 280 paarden en 350 Nm sterk. Het maximumkoppel is beschikbaar van 1.700 tot 5.600 tpm en het maximumvermogen van 5.600 tot 6.500 tpm. Die hele hap wordt standaard via een DSG-automaat met zes verzetten overgebracht op de vier wielen. Dat geeft op papier een sprint van 0 tot 100 km/u in 5,8 seconden en een topsnelheid van 250 km/u.

Wat geeft dat in de praktijk?

Potige acceleraties, die eigenlijk nooit echt sensationeel aanvoelen. Geef met je rechtervoet een scheut gas en de Superb schiet lenig en zonder drama uit de startblokken, en maakt daarbij moeiteloos toeren. Volledig dramavrij gebeurt het met een rustigere rechtervoet, waarbij de DSG-automaat zo snel mogelijk hogere verzetten opzoekt. Alleen bij de hernemingen wil de DSG al eens een seconde aarzelen vooraleer wakker te schieten.

Rijdt deze Superb ook dynamisch?

Daar wringt het schoentje een beetje: de SportLine-uitvoering legt de ophanging 15 millimeter lager, maar dat neemt niet weg dat je nog steeds bijna vijf meter aan auto door de bochten jaagt. Het koetswerk gaat daardoor wat duidelijker rollen in de bochten, maar de vierwielaandrijving – die standaard de voorwielen aandrijft en de achterwielen inschakelt bij problemen – zorgt ervoor dat grip verzekerd blijft. Speels wordt het nooit, efficiënt blijft het steeds.

Comfortabel dan?

Wees maar zeker. Snel en comfortabel lijkt de belangrijkste boodschap van deze Superb te zijn: de ophanging reageert zelfs in de dynamischere rijmodi soepel en tolerant, en houdt in de comfortabelere standen het hoogstaande niveau aan dat we van hem gewend zijn. Koppel daar een geluiddemping aan die op hoog niveau staat en zeeën van binnenruimte, zowel voor de passagiers als in de koffer, en je hebt een geweldige reisberline.

Wat moeten we nog weten?

Dat de SportLine-uitvoering geen verplichte kost is als je deze 2.0 TSI van 280 pk onder de motorkap wilt. Je kunt hem ook gewoon met de andere uitrustingsniveaus nemen, op het basisniveau Active na. Wie zijn Superb dus iets minder schreeuwerig wil dan het opvallende rood van onze testwagen, kan zijn Skoda dus ook veel discreter aankleden.

Hoeveel kost hij?

De Skoda Superb Combi begint met deze 2.0 TSI van 280 pk in het uitrustingsniveau Ambition, vanaf € 40.410. De Style-uitvoering kost € 41.970, de luxueuze Laurin & Klement-uitvoering maar liefst € 50.145. Ook deze Sportline-variant vraagt een stevige € 48.060 onder de streep. Gelukkig houdt Skoda zijn opties relatief betaalbaar, maar dat neemt niet weg dat je voor dat budget al Audi-territorium betreedt… Ook het verbruik kwam met 9,6 l/100 km een stuk hoger uit dan de 7,2 l/100 km die Skoda opgeeft.

Besluit?

Deze Skoda Superb Combi is met zijn 2.0 TSI van 280 pk geen vermomde Superb RS, maar een vlotte reisbreak. Hij mist scherpte en dynamiek om een volwaardige sportversie te zijn, maar heeft wel een forse motor. Het prijskaartje is jammer genoeg even fors, waardoor dit voor Skoda wellicht een nichemodel blijft. Wie zijn Superb toch graag potent heeft, geven we nog één tip mee: laat de SportLine-uitvoering achterwege en ga voor de Style-afwerking. Dat scheelt alvast in prijs, en je hebt nog steeds een snelle, veilige en comfortabel break om op je vakantiebestemming te geraken.