Het Mercedes House op de Zavel in Brussel organiseert geregeld een thematische tentoonstelling. Deze keer is het de beurt aan AMG, de bekende huistuner van het merk met de ster. De tentoonstelling AMG Powered by Passion in het hartje van Brussel is een must voor elke rechtgeaarde autoliefhebber.
Geschiedenis
Alles begon in 1967 in een molen ergens in Duitsland. Met de eerste letter van de naam van oprichters Hans-Werner Auftrecht (A) en Eberhard Melcher (M) en die van Grossaspach, het geboortedorp van Auftrecht, werd de firmanaam gevormd. AMG stelde zich voor als ‘een technische studio en een centrum voor de ontwikkeling en het testen van competitiemotoren’.
Dit mooie avontuur begon in de autosport, met het bouwen en tunen van racemotoren. De krachbron van de 250 berline was de eerste Mercedes-motor die ze aanpakten. Ze boorden de zescilinder uit tot 2,8 liter en monteerden een injectiesysteem in plaats van de traditionele carburator.
Daarna nam AMG de fabuleuze 300 SEL 6.3 onder handen, een supersportieve berline die in de 24 Uren van Francorchamps werd ingezet. Met een verrassend resultaat: een tweede plaats algemeen. Beeld je maar eens in: een S-Klasse die de tweede plaats zou halen in de 24 Uren, geen wonder dat verbaasd werd opgekeken. Dezelfde auto reed nog meer races en startte in de 24 Uren van Le Mans. De naam van AMG was meteen gevestigd en AMG begon zich ook te richten op de tuning van seriewagens.
Niet alleen sport
Hoewel AMG zich oorspronkelijk wou specialiseren in de tuning van motoren, deversifieert het al snel met luxueuze uitrusting voor de S-Klasse. Maar de Duitse tuner maakte vooral naam door motoren op te drijven en sterke krachtbronnen in de kleine Mercedes-modellen te monteren. Uit de jaren tachtig herinneren we ons nog de 190 2.3 en de 280 CE 5.0 AMG. In 1986 kwam AMG met de 300 E 5.6 AMG van 360 pk, bijgenaamd ‘de hamer’. Hij haalde een topsnelheid van 303 km/u en koppelde pure sportprestaties aan het rijgemak van Mercedes. Het succes bleef aan en AMG bouwde een tweede fabriek. Zakenmensen, topatleten en andere vips schaften zich een AMG aan. In de racerij maakte de 190 E 2.5-16 van AMG het beste team in de DTM.
Jaren negentig
In het begin van de jaren negentig tekenden Daimler-Benz AG en AMG een akkoord, een keerpunt in de geschiedenis van het bedrijf. Vanaf dan mochten de AMG-producten verkocht worden via de officiële Mercedes-dealers. Kort daarop werd de vierhonderdste werknemer aangenomen en startte de bouw van een derde fabriek.
AMG werd nog extravaganter en bouwde steeds extremere auto’s. Zo zagen heel wat speciale series het levenslicht. Die blonken uit door hun aparte look en massa’s vermogen. Denk aan de CLK GTR GT1 van 600 pk of de SL 73 AMG. De vermogenswedloop werd ingezet en de discrete charme van weleer ruimde plaats voor de opvallende oorlogstooi van de huidige modellen. Het commerciële succes volgde en in 2001 verlieten niet minder dan 20.000 AMG’s de fabriekspoorten. Vooral de ML 55 AMG, een unieke SUV met de prestaties van een sportwagen, trok de verkoopcijfers naar omhoog.
Competitie
AMG bleef trouw aan zijn roots en nam deel aan steeds meer competities, met name de DTM en FIA-GT. Na het stopzetten van de DTM aan het einde van het seizoen 1996, stapte AMG over naar de FIA-GT met de CLK-GTR. Het onderstel en het koetswerk werden vervaardigd uit composietmaterialen. De 6-liter V12 ontwikkelde een vermogen van 612 pk en een koppel van 775 Nm. Behalve de DTM en de FIA-GT dook AMG ook op in de Fomule 1. Niet als deelnemer, maar als leverancier van de Safety Cars en Medical Cars.
Vandaag
In het huidige Mercedes-gamma profiteren de C, E, S, SLK, ML en CL van de goede zorgen van AMG. Behalve de SLK worden ze allemaal aangedreven door de huiseigen 6,3-liter V8 met ongeveer 500 pk. Vergeten we bovendien de SLS niet. Deze schitterende coupé met vleugeldeuren heeft dezelfde motor, maar dan in een versie met 580 pk.
Van een eenvoudige motortuner is AMG uitgegroeid tot een complete constructeur. Het levert bijna alles: van een simpele koetswerkkit tot een compleet verbouwde auto. Bij de buitenbeentjes vinden we één diesel: de C30 CDI AMG van de vorige generatie met vijf cilinders, 231 pk en 540 Nm. Ook uitzonderlijk: een V12 met 612 pk en 1.000 Nm koppel.
Tentoonstelling
Nog tot 31 oktober 2010 schittert AMG in het Mercedes House. Dat is alle dagen open, uitgezonderd op zaterdag. De CLK F1 Safety Car in het uitstalraam zet meteen de toon. Wat verderop op dezelfde verdieping staat een E63 AMG en de splinternieuwe SLS: het enige exemplaar dat in België tentoongesteld wordt. Wie aan het beeld alleen niet genoeg heeft, kan via een audio-installatie het geluid van de machtige V8-motor laten weerklinken.
Eén verdieping lager staat nog veel meer van dat fraais. Naast de CLK DTM AMG uit 2004, waarvan maar honderd stuks gebouwd zijn, pronken een C63 AMG break en een SL 63 AMG. Wat verder zien we de CLK GTR, een uniek exemplaar uit 1997 dat het prestigieuze FIA-GT-kampioenschap betwistte. Om af te ronden staan er ook nog een C63 AMG uit 1993 en een SL 73 AMG uit 1999, waarvan er maar 85 exemplaren werden gebouwd. Dit model is het tegenovergestelde van de moderne AMG: heel discreet. Je merkt aan niets dat zich onder de motorkap een 7,3-liter V12 van 525 pk verbergt. Om al dat geweld wat te kaderen, is er ten slotte een fototentoonstelling die de geschiedenis van AMG van 1967 tot vandaag beschrijft.