De DS 4 is een buitenbeentje. Op het eerste gezicht lijkt hij sterk op de klassieke Citroën C4 berline waarmee hij zijn platform en motoren deelt, maar die vergelijking gaat niet op. DS – dat nu een apart merk vormt – profileert de DS 4 als een premiummodel in het C-segment. Iets tussen een berline en een coupé, met een hogere ophanging.
Wereldwijd verkocht Citroën de afgelopen jaren 500.000 DS-modellen. Het merendeel DS 3’s, maar deze DS 4 neemt toch 110.000 stuks voor zijn rekening en heeft ook zijn plaats verworven. Na vier jaar verandert het aanbod van de DS 4 een beetje. Je kunt kiezen voor een tweekleurig koetswerk met drie mogelijke tinten voor het dak (zwart, blauw en whisperpaars), de connectiviteitsdiensten zijn uitgebreid en er zijn nieuwe motoren. Vooral dat laatste is van belang.
PureTech
De PSA-groep heeft een nieuwe familie driecilinder benzinemotoren ontwikkeld, die geleidelijk in verschillende modellen verschijnt (Peugeot 308 en 2008, Citroën C4, …). In de DS 4 konden we kennismaken met de nieuwe 1.2 PureTech in zijn turboversie, met 130 pk dus.
Een aangename kennismaking, want dit kleine motortje presteert uitstekend. Hij geeft zijn sterk toegenomen maximumkoppel al heel laag in de toeren vrij (230 Nm vanaf 1.750 tr/min), wat in de vroegere 1.6 VTi 120 wel anders was. Bovendien wordt zijn geluid goed gedempt in het interieur. De 1.2 PureTech is dus over de hele lijn geslaagd, al mocht de manuele zesversnellingsbak nog wat vlotter schakelen. Of het officiële verbruik van 5 l/100 km gehaald wordt, moet een langere test wel nog bevestigen.
BlueHDi
Ook bij de diesels is er nieuws: de 1.6 BlueHDi is een evolutie van de bekende PSA-diesel die nu voldoet aan de Euro 6-uitstootnorm. De uitlaat beschikt over een oxidatiekatalysator en een SRC-module met Adblue (een mix van water en ureum) om zo weinig mogelijk schadelijke gassen uit te stoten.
De motor haalt een hoger intern rendement en heeft minder mechanische verliezen, waardoor hij nog wat zuiniger wordt (3,7 l/100 km). Met deze motor rijdt de DS 4 erg soepel, al is het wel duidelijk hoorbaar dat je met een diesel onderweg bent.
Op de weg
Voorts behoudt de DS 4 zijn sterke en minder sterke kanten. Het is even wennen aan het dunne en erg grote stuurwiel, dat overigens niet zoveel feedback geeft. Het onderstel is iets harder afgesteld dan in de C4, maar blijft aanvaardbaar comfortabel.
Praktisch?
Het interieur van de DS 4 is verzorgd afgewerkt met mooie materialen en geeft je de indruk in een cocon te zitten. Wel moet je rekening houden met enkele kleine praktische missers. Zo is het niet mogelijk om achteraan de ruiten te openen. Die functie werd opgeofferd aan het bijzondere design van de DS 4. Ook een handgreep voor de passagier voorin ontbreekt. De panoramische voorruit die ver doorloopt in het dak zorgt voor veel licht en heeft zonnekleppen die je naar voren kunt schuiven. Een tip voor de ‘onhandigen’ onder ons: klap ze terug naar achteren wanneer je uitstapt, anders bots je er gegarandeerd tegen wanneer je weer instapt.
Conclusie
Met de 1.2 PureTech en de 1.6 BlueHDi krijgt de DS 4 er twee aangename motoren bij. Vooral de kleine benzinemotor overtuigde ons met zijn goede prestaties en geslaagde geluiddemping. De DS 4 is zeker niet de meest praktische middenklasser, maar wel een auto waarmee je je onderscheidt van de massa.