Fords pick-up Ranger had een bescheiden carrière in zijn vorige generaties, maar sinds de introductie van de jongste versie zijn de verkoopcijfers in Europa ontploft, in die mate dat hij de populairste pick-up van het Oude Continent is geworden. Modeljaar 2019 brengt hem niet alleen nieuwe uitrusting en motoren, maar vergroot zijn aantrekkingskracht nog met een verrassende (om niet te zeggen ‘politiek incorrecte’) sportieve versie die is ontwikkeld door Ford Performance. Aan dat departement hebben we ook bijvoorbeeld de beruchte RS-versies van de Focus te danken.
Bijtgraag
Wanneer je oog in oog staat met het beest kan je onmogelijk een opgewonden glimlach onderdrukken. Of je nu van dit soort auto’s nu houdt of niet, een zekere présence kan je deze Raptor niet ontzeggen. Zijn agressieve radiatorrooster, verbrede vleugels, XXL-banden die speciaal zijn ontwikkeld door BF Goodrich en zijn oorlogskleuren (de stickers zijn een optie) zetten de toon.
Sportieve sfeer
De sportieve sfeer is doorgetrokken naar het interieur. Nadat je succesvol in aan boord bent geklauterd (de bodemvrijheid is nog 5,1 centimeter groter dan in de klassieke Ranger) ga je zitten in mooie kuipstoelen die een uitmuntende zijdelingse ondersteuning bieden. Je zit aan een stuur met een felrood indicatiepunt voor het midden, wat toch een zeldzaam detail is voor een pick-up. Nog ander kleine attenties komen de ambiance van sportiviteit versterken, zoals de specifieke tellers en de schakelhendels aan het stuur. Je voelt onmiddellijk dat dit niets te maken heeft met aftermarket ‘knutselwerk’ zoals je soms bij de concurrentie vindt. En het beste moet nog komen…
Ernstige verbouwing
De Ranger Raptor is namelijk niet zomaar een speciale reeks die inzet op een agressieve look om een torenhoog prijskaartje te verantwoorden. Technisch gezien heeft Ford Performance alles uit de kast gehaald. Het kader van het chassis is versterkt, de sporen zijn 150 millimeter breder, hij staat op Fox-schokdempers met een lange slag (+32 procent vooraan en + 18 procent achteraan), de voorste ophangingsarmen zijn in aluminium gemaakt, achteraan kreeg hij een nieuwe specifieke ophanging, de remmen zijn versterkt,… Dit is geen spielerei, wel een ernstige preparatie. We zijn hier mijlenver verwijderd van de Isuzu D-Max AT35 waarvan de stuurbekrachtiging door de ballonbanden in veiligheidsmodus springt bij maneuvers.
Vergevingsgezinde schokdemping
Al van bij de eerste meters weten we het dempingscomfort te smaken dat zijn nieuwe ophanging biedt. Je moet geen veldwegels bestormen om ervan te profiteren: het wegcontact van de Raptor is zachter dan dat van een Ranger. Keerzijde van de medaille is dat het maximale laadvermogen van de laadbak gevoelig zakt (620 in plaats van ongeveer 1.000 kilo), net zoals het sleepvermogen (2,5 in plaats van 3,5 ton).
Miraculeus
Maar de Raptor ontplooit zijn volledige potentieel pas op beschadigde wegen. Daar wordt zijn ophanging echt magisch. Je vliegt aan onvoorstelbare snelheden over gaten zonder dat je door elkaar wordt geschud. Onder dergelijke omstandigheden wordt de Raptor een echt speeltje. Wanneer we hem in zijn achterwielaangedreven modus laten (je kan indien nodig het middendifferentieel vergrendelen) beloont hij ons met glijsessies op kiezels en springt hij lichtvoetig door modderige plassen. Toegegeven, dit soort gedrag is kinderachtig (en het dwingt ons tot een forse poetsklus voor we de auto terugbrengen), maar we kunnen niet ontkennen dat het geweldig plezierig is.
Opgelet met teveel zelfvertrouwen
Zijn noppenbanden zijn fantastisch onder dit soort omstandigheden, maar we moeten potentiële kopers van deze “Ford Focus RS voor het veld” toch nadrukkelijk waarschuwen: in de regen of op vettige ondergrond wordt de grip zeer middelmatig. Het is dan natuurlijk heel plezierig om te gaan koorddansen alsof je met een oude achterwielaangedreven Escort RS op een verlaten landweg rijdt… maar je hebt op zo’n momenten maar beter een geoefende stuurhand, want je bent hier aan het ‘swingen’ met een gevaarte van 5,37 meter lang.
Wij willen de vijfcilinder
In tegenstelling tot wat je zou verwachten heeft de Raptor geen recht op de charismatische 3,2 liter grote vijfcilinder in lijn van de Ranger. Hij meet zich de nieuwe biturboversie aan van de 2.0 EcoBlue-viercilinder van Ford, die 213 pk en 500 Nm ontwikkelt. Natuurlijk biedt die al mooie prestaties en laat hij zijn passagiers baden in een veel minder ‘agrarische’ klank dan de motoren van alle andere pick-ups, maar een door Ford Performance herwerkte versie van de vijf-in-lijn zou de kers op de taart zijn geweest. Maar goed, dat is muggenziften. Temeer omdat de samenwerking tussen de viercilinder en de recente tientrapsautomaat van Ford uitstekend verloopt.
Ons verdict
De Raptor is 10.000 euro exclusief btw duurder dan een Ranger Wildtrack met vergelijkbare motor, wat neerkomt op 48.225 euro, terwijl zijn praktische kwaliteiten erop achteruit gaan en de grip op vettige wegen precair wordt als gevolg van zijn ‘avontuurlijke’ banden. In onze contreien zijn er bovendien maar heel weinig gelegenheden om je naast het asfalt te kunnen bewegen, dus is dit misschien niet de slimste aankoop binnen het Ranger-gamma. Maar dit is duidelijk wel de kampioen om een kamerbrede glimlach op het gezicht van zijn bestuurder te toveren op pokdalige wegen.