Sinds de geslaagde lancering van zijn atypische Kona heeft Hyundai beslist om in te zetten op een ‘polariserend’ design voor zijn SUV-familie. Sindsdien hebben zowel het vlaggenschip op waterstof Nexo als de Santa Fe en de Tucson zich aan de oefening gewaagd. Niet geheel verrassend zet ook de jongste telg van de familie, de Bayon, op zijn in op een ‘atypisch’ uiterlijk. Je zal zijn looks weten te smaken of net niet, maar deze Bayon zal in elk geval niet verzinken in de anonimiteit temidden van dit heel drukke segment.
Cross-over
Technisch gezien profileert de Bayon zich als een cross-overafgeleid van de recente i20. Hij kan dus geen aanspraak maken op vierwielaandrijving zoals de andere SUV’s in het Koreaanse aanbod. In de praktijk speelt de Bayon in feite dezelfde kaart als de voormalige i20 Active. Al neemt hij deze keer niet gewoon genoegen met kunststof bescherming die niemand meer om de tuin kunnen leiden in deze tijd waar de SUV koning is. Naast een iets hogere bodemvrijheid dan de i20 krijgt de Bayon hier namelijk ook een heel eigen koetswerk. Het enige gemeenschappelijke punt is een ‘valse’ lichtstrip tussen de achterlichten. Net zoals op de i20 kan die ook op de Bayon niet oplichten.
Tegelijk rekt de Bayon zich licht uit om zijn praktische kant te versterken. Hij behoudt namelijk exact dezelfde wielbasis (2,58 meter) als zijn broer i20, maar de SUV met de naam van de Franse stad Bayonne rekt zijn koetswerk 14 centimeter verder op.
Valse broer?
Met zijn lengte van 4,18 meter komt deze Bayon eigenlijk in het vaarwater terecht van de even grote Kona (4,16 meter, maar sinds zijn facelift 4,20 meter dankzij nieuwe bumpers). De Bayon speelt technisch echter wel op een ander niveau. Hij neemt genoegen met een meer eenvoudige technische basis en is daarom niet verkrijgbaar als hybride, noch als 4x4 of in een elektrische versie, in tegenstelling tot de Kona. Die ‘bescheidenheid’ maakt het hem echter wel mogelijk om zijn praktische kant te versterken dankzij een eenvoudiger te benutten ‘packaging’. Zijn koffer is bijvoorbeeld 411 liter groot, tegenover slechts 374 liter voor de Kona met vergelijkbare verbrandingsmotor.
Plaatsrovende 48V-batterij
Zoals in de i20 dwingt de keuze voor de microhybride van 48V in de Bayon je tot het opgeven van een deel van dit laadvolume. De batterij zit dan onder de dubbele laadvloer en eist 90 liter aan volume op, waardoor de bagageruimte krimpt tot 321 liter. In de praktijk vertoont de Bayon echter toch een behoorlijk interessante verhouding formaat-binnenruimte-koffer voor zijn segment, al moet hij wel genoegen nemen met een vrij gewone moduleerbaarheid.
(Zo goed als) maar één motor
Als we abstractie maken van de instapversie met een atmosferische 1.2 van 84 pk die puur bedoeld is om het instapkaartje van de Bayon onder de psychologische grens van de 20.000 euro te brengen (19.299 euro), dan bestaat het motorenpalet uitsluitend uit de 1.0-turbodriecilinder met 100 pk van de Koreaanse groep. De enige keuze die de toekomstige bestuurder kan maken, is die tussen de manuele zesversnellingsbak of de gerobotiseerde overbrenging met dubbele koppeling (7 versnellingen). In functie van het gekozen uitrustingsniveau geniet hij vervolgens al dan niet de microhybridisering van 48V. In de niveaus Air (20.349 euro) of Twist (21.799 euro) blijft het blok daarvan verstoken. In de topversies Techno (24.599 euro) of Sky (27.299 euro) is het systeem automatisch onder de motorkap van de Bayon aanwezig.
Efficiënt
De Bayon is meer een cross-over dan een echte avonturier en voelt aan het stuur niet heel dominant aan. Hij vertoont daarentegen wel een eerder dynamisch rijgedrag en wordt daarbij goed geholpen door zijn vrij stugge ophanging – zonder echter oncomfortabel te zijn. De Bayon is niet zo dynamisch of speels als een Ford Puma of Opel Mokka, maar hij toont zich wel efficiënt en uiteindelijk behoorlijk aangenaam om mee te rijden. De kleine drukgevoede driecilinder volstaat dan weer om met het verkeer mee te stromen. Of toch in elk geval met de microhybridisering van onze testwagen.
Het blok krijgt dan namelijk een kleine duw in de rug van zijn alternator-starter om de hernemingen bij lage toerentallen te versterken. Hij komt daardoor heel rond voor de dag. Dankzij de microhybridisering rijdt de auto ook heel vaak in alle discretie in vrijloop, en dat zowel met de automaat met dubbele koppeling als de ‘intelligente’ manuele bak met gerobotiseerde koppeling.
Technologisch
De Bayon neemt genoegen met een vrij basic motorenpalet, maar qua technologische inhoud is hij echter wel een referentie in zijn segment. Dat geldt zowel voor zijn elektronische rijhulpmiddelen als voor het infotainmentsysteem. Het van de i20 overgenomen dashboard combineert twee grote schermen van 10,25 duim en verleidt geeks met zijn talrijke geconnecteerde functies.
Aan boord zijn helaas wel bijna uitsluitend harde en weinig aangenaam aanvoelende kunststoffen gebruikt.
Ons verdict
De Bayon breidt het SUV-aanbod van Hyundai op intelligente wijze uit door in te zetten op technische soberheid en stilistische originaliteit. Je moet echter genoegen nemen met een krap motorenpalet en een beperkende prijspolitiek. Bij gebrek aan afzonderlijke opties moet je dus verplicht voor een hoger uitrustingsniveau kiezen als je de ene of de andere extra attentie wil.