Het idee om een sublogo met sportieve accessoires te lanceren is niet nieuw. Bij concurrerende merken kunnen klanten met een GT Line, ST Line, R Line of dergelijke meer de look en uitrusting van sportieve modellen bekomen in combinatie met een meer betaalbare motorversie. Dat is vanaf vandaag ook het geval bij Hyundai, dat van zijn sportieve N-modellen een wat bravere N-Line afleidt.
Uiteraard de i30
Omdat de i30 de eer had om het sportmerk N van Hyundai te mogen inwijden (en met succes, want er zijn in België al 500 exemplaren verkocht van de i30 N) mag ook hij als eerste uitpakken met de N-Line, net voor de SUV Tucson. Let wel: het breakkoetswerk heeft er geen recht op, want het N-Lineprogramma is het voorrecht van de i30 Hatchback en i30 Fastback.
Eén motor
Hyundai heeft zijn i30 N-Line ontwikkeld met twee motoren: de 1.4 T-GDI met 140 pk op benzine en de 1.6 CRDi met 136 pk op diesel. Maar de Belgische invoerder heeft die laatste versie niet in zijn aanbod willen opnemen. Dat is een logische keuze aangezien slechts 20 procent van de i30’s bij ons met een dieselmotor wordt besteld. Maar in tegenstelling tot de i30 N, die enkel verkrijgbaar is met een manuele versnellingsbak, laat de i30 N-Line de keuze tussen een handgeschakelde zesbak en een gerobotiseerde zevenbak met dubbele koppeling. Voor die laatste moet je wel 1.750 euro extra ophoesten.
Bescheiden meerprijs
Omdat de N-Line is bedacht op basis van de hoogste uitrustingsniveaus van de i30 Hatchback en Fastback (Sky voor de eerste en Shine voor de tweede) is de meerprijs voor de N-Line relatief beperkt. Je moet er 1.250 euro extra voor neertellen op de Hatchback en 1.000 euro op de Fastback, die standaard al achttienduimvelgen heeft als Shine. Concreet brengt dit de prijs van de i30 Hatchback N-Line op 27.299 euro en die van de i30 Fastback N-Line op 29.249 euro.
Suggestieve look
Voor die prijs krijg je uiteraard een specifieke koetswerkkit. Die oogt suggestief maar niet overdreven en bestaat in grote lijnen uit voor- en achterbumpers die zijn geïnspireerd op die van de i30 N. Ze komen nog beter tot hun recht dankzij een specifiek zilverkleurig biesje dat specifiek is voor de N-Line. Het palet wordt vervolledigd met lichtmetalen 18-duimvelgen en een nieuwe sportuitlaat. Die laatste maakt de i30 N-Line trouwens niet alleen knapper, maar heeft ook een licht effect op de klank. Laatste detail: op de voorvleugels prijkt bij wijze van signatuur een onderscheidend N-Linelogo.
Sportieve sfeer
Ook wanneer je instapt krijg je de indruk in een echte sportwagen te zitten. De mooie kuipstoelen met N-logo bieden een uitstekende steun. Ook een sportstuurwiel met geperforeerd leer maakt deel uit van de standaarduitrusting van deze i30 N-Line. De sportieve sfeer in het interieur word tot slot afgemaakt met de versnellingspookknop met N-logo en de aluminium pedalen.
Technische aanpassingen
Hyundai beperkte zich niet tot louter cosmetische aanpassingen en boog zich ook over de ophanging van zijn i30. De meest voelbare evolutie zit hem in de keuze voor de Michelin Pilot Sport 4 als standaardband. Maar ook de schokdemping kreeg een specifieke ijking en vooraan zijn sterkere schijfremmen gemonteerd.
De gulden middenweg
Tot zover het theoretische gedeelte. Maar wat geeft dat in de praktijk? Wanneer we overstappen van een ‘gewone’ i30 1.4 T-GDI 140 naar een N-Line valt in de eerste plaats het meer snedige gevoel van de voortrein op. De Pilot Sport 4-banden van de N-Line bijten veel steviger in het asfalt dan de winterbanden die onder de vergelijkingsauto stonden bij deze eerste kennismaking… Maar hoewel hij efficiënter is als N-Line wordt de i30 niet ‘beweeglijker’. Of toch niet in de Fastback die we aan de tand konden voelen: zijn achteras bleef altijd aan het wegdek gekleefd, zelfs wanneer we hem provoceerden.
Ook de motorklank is wat prettiger (maar nog steeds discreet) in de N-Line, terwijl de filtering van de schokdemping voorkomend blijft ondanks een onmiskenbaar stuggere ijking. Kortom, de subtiele technische aanpassingen van de N-Line versterken het plezier van de i30 zonder hem daarom onleefbaar te maken bij dagelijks gebruik. Mooi gedaan…
Niet overdonderend
De 1.4 T-GDI van de N-Line is onveranderd in vergelijking met die in de standaardversie en blijft weinig overdonderend. Hij mist eigenlijk vooral wat pit bij de laagste toerentallen. Jaag hem op en hij wordt enthousiaster. De meest sportieve bestuurders zullen het meeste plezier halen uit de manuele versnellingsbak, temeer omdat zijn sportpookknop prettig aanvoelt in de handpalm. De versnellingsbak met dubbele koppeling vlakt de sensaties wat meer uit en verliest de pedalen wanneer het tempo wordt opgevoerd (zelfs al heeft hij een Sport-modus). Je kan echter de controle overnemen met de schakelhendels aan het stuur. In het algemeen blijven de prestaties aangenaam, met een sprint van 0 naar 100 km/u in 8,9 (handbak) of 9,2 (DCT) seconden. Maar dat zijn gewoon dezelfde waarden als met de ‘gewone’ i30 1.4 T-GDI.
Conclusie
Natuurlijk biedt hij niet het sportieve plezier van de i30 N, die in een heel andere categorie actief is, maar de N-Line geeft een fijne dosis extra sportiviteit terwijl hij het budget (prijs, belastingen, brandstof, banden enzovoort) onder controle houdt. Deze lijn versterkt in elk geval de stijl en het rijgedrag van de i30 zonder afbreuk te doen aan zijn andere kwaliteiten. We hadden deze versie misschien ook nog graag kunnen bestellen met de 1.0 T-GDI van 120…