In 2015, breidde Jaguar zijn gamma naar onderen toe uit met deze XE, die in 2019 bijgewerkt en in 2021 nog wat verder verfijnd werd (nieuw infotainmentsysteem en 48V micro-hybride voor de diesel). Maar een plug-in hybride variant vind je nog steeds niet op de prijslijst. Een break-versie jammer genoeg ook niet...
Compacte 'Jag'
De XE is de kortste in het Jaguar-gamma, met een lengte van minder dan 4,7 meter. Zijn skelet bestaat voor 75% uit aluminium om wat gewicht te besparen. Maar toch is deze ‘baby Jag’ niet echt een pluimgewicht, met zo’n 1.700 kilo droog aan de haak en daarmee niet echt lichter dan zijn rechtstreekse concurrenten.
Zijn lijn blijft chique en dynamisch en hij staat op 18- of 19-duims velgen, terwijl je zowel voor- als achteraan LED-verlichting krijgt en dynamische knipperlichten. Jammer dat de XE enkel als berline beschikbaar is, en niet als break (in tegenstelling tot zijn grote broer, de XF, waarvan wel een ‘Sportbrake’ in de catalogus staat). Een misser op onze markt, waar dit type koetswerk geliefd is.
Pivi Pro
Hoewel hij niet meer van de jongste is, kreeg de XE in 2021 een nieuw infotainmentsysteem (Pivi Pro), dat je kan bedienen via een centrala scherm met een diameter van 10 duim en een mooie resolutie. De personaliseerbare menu’s zijn duidelijk en het systeem is snel. De connectiviteit is hedendaags, met onder andere draadloze Apple Carplay en Android Auto. Je kan ook een WiFi-netwerk opzetten in de auto zodat de inzittenden draadloos hun toestellen aan het infotainmentsysteem van de auto kunnen koppelen.
Achter het stuur zit een digitale instrumentencluster met een diameter van 12,3 duim en virtuele tellers. Een draadloze smartphone-lader is ook mogelijk, net als een digitale achteruitkijkspiegel (de binnenspiegel wordt daarbij een scherm waarop het beeld van de camera achterop de wagen getoond wordt, om een beter zicht te bieden wanneer er 3 passagiers op de achterbank zitten).
‘British’ sfeertje
Het interieur is stijlvol en een streling voor het oog. Op het eerste zicht is het bijzonder ‘premium’, maar als je het geheel van dichterbij bekijkt, merk je toch dat de afwerking niet zo perfect is als die van de Duitse concurrentie: de assemblage van de materialen is niet altijd even precies. Maar toch voldoet het totaalplaatje.
Achterin is het plaatsaanbod vergelijkbaar met dat van de Audi A4, BMW 3 Reeks en Mercedes C-Klasse. Twee volwassenen zitten er comfortabel, maar de middelste plaats is dan weer niet comfortabel omwille van de stevige middentunnel die de voetruimte beperkt.
De koffer (met een volume van 394 liter) is iets minder ruim dan die van de Audi A4, BMW 3 Reeks en Mercedes C-Klasse berline, die respectievelijk een volume bieden van 460, 480 en 455 liter. Bovendien is het Duitse trio ook verkrijgbaar als break...
Enkel 2-liters
Ooit kon je bij de XE kiezen voor een V6 onder de motorkap, en zelfs een V8 (voor de beperkte reeks SV PROJECT 8)! Maar tijden veranderen en het motorenpalet omvat nog maar twee viercilindermotoren met turbo, beide van de ‘Ingenium’-familie: een 2 liter benzine (250 pk/365 Nm) of een 2 liter diesel (204 pk/430 Nm). Performant zijn ze wel, maar ze doen hun werk zonder blijk te geven van al te veel karakter. De standaard geleverde automaat weten we wel te appreciëren (een uitstekende achtbak van ZF).
De diesel wordt een handje geholpen door een 48V micro-hybridesysteem om zo het verbruik te doen dalen. De benzinevariant heeft dan weer geen recht op die gedeeltelijke elektrificatie, en is daarom iets dorstiger (8 l/100 km tijdens onze test in dagdagelijkse omstandigheden). De hoge CO2-uitstoot (175 tot 193 g/km) beperkt ook de aftrekbaarheid voor professionele gebruikers. En naar een voor bedrijven fiscaal interessante plug-in hybride uitvoering hoef je ook niet te zoeken in de configurator.
Speelse kat
Onderweg komt deze wendbare Brits (qua roots dan toch, aangezien Jaguar sinds 2008 deel uitmaakt van de Indiase Tata-groep…) met opgeheven hoofd uit de vergelijking met de Duitse concurrentie. Deze Jaguar is geboren om rijplezier te bieden aan bestuurders die houden van dynamisch rijden. De XE, die gebouwd is rondom een aluminium skelet en beschikt over een scherp afgesteld onderstel (voortrein met dubbele draagarmen en multilink achtertrein), biedt met zijn achterwielaandrijving een bijzonder evenwichtige weggedrag (de optionele vierwielaandrijving is geschrapt uit de catalogus). Hij rijgt de bochten aan elkaar met een grote stuurprecisie en feedback, zonder daarbij teveel druk te leggen op zijn voortrein: een bijzonder dynamische gezinswagen dus, die liefhebbers van het betere stuurwerk op hun wenken bedient.
Hoeveel kost de Jaguar XE?
Hoewel hij al heel wat jaren op de teller heeft, is deze kleine Jaguar niet echt goedkoop, ook al omdat hij enkel leverbaar is met relatief krachtige motoren. De vanafprijs voor de diesel bedraagt € 52.700 en voor de benzine € 53.000. Met een gelijkaardig vermogen is dat duurder dan bij Audi en BMW, en bijna even duur als bij Mercedes. De standaarduitrusting is dan wel rijkelijker, maar de prijszetting lijkt ons toch te ambitieus, ook al omdat de Jaguar minder populair is op de tweedehandsmarkt. Bovendien heeft het merk de laatste tijd af te rekenen met een weinig benijdenswaardige reputatie op het vlak van betrouwbaarheid… Om je als klant gerust te stellen, verlengde het merk in 2022 de garantie voor al zijn modellen van 3 naar 5 jaar (of maximum 150.000 km). Jaguar hoopt dat dit een positieve impact zal hebben op de restwaarde van zijn auto’s.
Ons verdict
Deze Jaguar is een meer ‘exotisch’ alternatief voor het klassieke trio van de Duitse gezinsberlines (Audi A4, BMW 3 Reeks, Mercedes C-Klasse). Hij onderscheidt zich ook met zijn bijzonder dynamische weggedrag. Ondanks zijn leeftijd blijft hij ook up-to-date, maar het motorenpalet is te beperkt en zijn prijs te hoog in vergelijking met zijn directe concurrenten.