2006 betekende een kantelmoment voor Kia in Europa. Toen startte in de Slovaakse stad Žilina de productie van de cee’d, een alternatief voor pakweg de Ford Focus, Opel Astra en VW Golf. Intussen werden in Žilina al twee miljoen Kia’s geboren –het ‘feestexemplaar’ werd trouwens door een Belg gekocht – en rollen niet alleen de cee’d vijfdeurs, driedeurs en break van de band, maar ook de Venga en de Sportage. Allemaal worden ze op dezelfde productielijn in elkaar geschroefd.

Populair bij particulieren

Qua verkoop is de Sportage bij ons het belangrijkste Kia-model, gevolgd door de cee’d. Opvallend is dat de cee’d in België beter scoort bij particulieren dan op de fleetmarkt, waar Kia nog een inhaalbeweging moet maken. Bekijk je de inschrijvingen van dit jaar tot en met juni (zonder de premiummerken), dan staat de cee’d op de zesde plaats bij de particulieren (zelfs voor de Renault Mégane), maar hij is pas dertiende in de fleetsector en zevende in de totale markt.

Tweede generatie

De introductie van de veel dynamischere tweede cee’d-generatie in 2012 gaf het marktaandeel én het merkimago een boost. Nu acht Kia het nodig om weer wat te verbeteren. Niet toevallig in Slovakije lieten de Zuid-Koreanen ons kennismaken met de vernieuwde cee’d. Voor het echte nieuws moet je wel verder kijken dan de hoekigere voorbumper, de mistlampen met chroomrand, het ovalen grillepatroon of de led-achterlichten. Die verschillen ziet toch niemand. Leuker is de komst van de GT Line, een sportief uitrustingspakket dat het midden houdt tussen een klassieke cee’d en de sportieve GT-versie (204 pk). Over de GT gesproken: die heeft nu een knop aan het afgevlakte stuurwiel waarmee je het motorgeluid middels een luidspreker kunt versterken.

Efficiënte driecilinder

Iets braver is de nieuwe eenliter driecilinder benzinemotor. De cee’d is de eerste wagen binnen de Hyundai-groep met deze nieuwe krachtbron, die tijdens de eerste test een erg positieve indruk maakte. De nieuwe motor is soepel en trilt weinig. Pas wanneer je hem hoog in de toeren duwt, hoor je dat je met een driecilinder te maken hebt. Het is wel jammer dat in België alleen de versie met 120 pk wordt geleverd, niet de variant met 100 pk. De relatief dure technologie zou niet gewenst zijn bij de eerder prijsbewuste klanten van de ‘oude’ 1.4 met hetzelfde vermogen, klinkt het.   

We reden ook met de 1.6 CRDi in zijn sterkste versie, die voortaan 136 in plaats van 128 pk levert. Je merkt dat Kia zich inspande om het lawaai van de diesel goed te onderdrukken met extra isolatiemateriaal. Behalve met een manuele zesbak kun je deze motor bestellen met een nieuwe DCT-zeventrapstransmissie (dubbele koppeling). Die werd in eigen huis ontwikkeld en schakelt voldoende zacht. Hij laat de motor niet te hoog in de toeren gaan, waardoor je heel geleidelijk rijdt maar ook minder sensaties beleeft. Die moet je in de cee’d niet verwachten. De besturing blijft wat vaag (tussen de Sport- en Comfort-stand van de bekrachtiging voel je weinig verschil) en van de grip van de standaardbanden (Hankook) waren we ook niet bepaald onder de indruk. De aangepaste ophanging slaagt er wel beter in om slechte wegen – in Slovakije minstens even talrijk als in België ­– goed te verteren.

Verzorgd interieur

Positief is de zorg die Kia besteedde aan het interieur, dat geluiden goed dempt en voortaan afgewerkt is met meer chroomaccenten (rond de ventilatieroosters, knoppen van de elektrische ruiten, … ). De gemiddelde Europese concurrent scoort niet beter.

Ook de uitrusting zet een stap voorwaarts, met onder meer een parkeerhulpsysteem (haaks én parallel), dodehoekdetectie, waarschuwing voor dwarsverkeer achteraan en een rijstrookassistent. Eind dit jaar komen daar de zogeheten Kia Connected Services bij. Dat zijn de diensten van TomTom Live maar dan in een Koreaanse jasje: live verkeersinfo, een ingebouwde Frank Deboosere of Jill Peeters en waarschuwingen voor mobiele of vaste flitsers. Best handig en gratis voor zeven jaar.

Conclusie

De aangepaste cee’d wordt midden oktober gelanceerd en kost zo’n 250 euro meer dan vroeger. De goedkoopste (en behoorlijk kale) 1.4 Access kost 17.340 euro, maar wij zijn meer te vinden voor de 1.0 turbobenzine die meteen 25.340 euro kost door zijn hogere uitrustingsniveau. Vooral die soepele benzinemotor en de DCT-transmissie van de sterkste diesel (meerprijs 1.500 euro) zijn extra troeven voor de cee’d.