BMW deed er met zijn Z4 – die onlangs uit productie ging – niet aan mee, maar Audi, die andere concurrent, biedt zijn TT bijvoorbeeld wel met een diesel aan. Mercedes uiteraard ook. Dat was bij het vorige model al zo, en is bij deze facelift niet anders.

Welke facelift bedoel je?

De SLC is de gefacelifte versie van de SLK. De naam veranderde niet alleen om zijn positie in het gamma te benadrukken – op dezelfde hoogte als de C-Klasse en de GLC – maar de Duitsers hertekenden vooral de voorkant. Een nieuw radiatorrooster en optionele led-koplampen maken hun opwachting. Binnenin zie je dat het om een facelift gaat: het dashboard is klassieker dan wat Mercedes tegenwoordig in zijn modellen stopt, en lijkt in vergelijking daarmee al een dagje ouder te worden. Maar de materialen die Mercedes gebruikt, blijven op niveau en het plaatsaanbod voor twee personen is meer dan voldoende.

Heeft hij nog steeds zijn stalen dak?

Jazeker, en ondanks het feit dat Mercedes voor de grotere en onlangs voorgestelde C-Klasse Cabriolet een stoffen kap verkiest, houdt het voor de SLC nog steeds vast aan de coupé-cabrioletformule die de reputatie van de eerste SLK opbouwde, alweer 20 jaar geleden. Het zorgt voor een hoog gewicht (de SLC 250d weegt 1.605 kg) en beperkt de kofferruimte drastisch wanneer je met het dak open rijdt, maar de geluiddemping en isolatie van een stalen dak blijven een meerwaarde vergeleken met een stoffen kap.

Hoe zit het met de kofferruimte?

Mercedes geeft 335 liter op, maar een deel daarvan wordt ingenomen door het dak wanneer je de SLC als cabriolet rijdt. De toegang tot de resterende ruimte is daardoor niet echt praktisch, dus voor een weekendje weg kan je beter een soepele reistas meenemen. Maar vergeet niet: een SLC is vooral een vrijetijdsauto, dus voor tripjes naar Zweedse meubelwinkels heeft Mercedes hem uiteraard niet ontworpen.

Met het dak open dan?

Jazeker, want dat is de grootste troef van deze SLC. Mercedes voorzag ons testexemplaar bijvoorbeeld niet alleen van de Airscarf-nekverwarming onder de hoofdsteunen, maar ook van de Airguide, twee plexiglazen schermen achter de hoofdsteunen die je kunt openklappen tot windscherm. Zelfs in deze tijd van het jaar kan je daardoor perfect met het dak naar beneden rijden: zetelverwarming aan, ruiten naar omhoog, windscherm opengeklapt en cruisen maar.

Welke motor zit er precies onder de kap?

De 250d, een 2,1 liter grote viercilinder. Het gaat inderdaad om de diesel van de vorige generatie die niet meteen als fluisterzacht bekendstond, maar Mercedes heeft wel zijn uiterste best gedaan om hem gedempt te doen klinken. Hij produceert 204 pk en 500 Nm, en is standaard gekoppeld aan Mercedes’ prima negentrapsautomaat. 0-100 km/u legt hij af in 6,6 seconden, en zijn topsnelheid bedraagt 245 km/u.

Kan je hem dan dynamisch noemen?

De SLC 250d komt standaard met het Dynamic Select-systeem, dat je de keuze geeft tussen vijf rijmodi, waaronder een personaliseerbare. In de “Sport”- en “Sport+”-modus maakt de automaat optimaal gebruik van het koppel van de dieselmotor, maar de luidruchtige kant van het motorblok komt dan bovendrijven. Het chassis voelt wel scherp aan, maar het hoge gewicht van deze SLC 250d blijft steeds om de hoek loeren. Echt sportieve ambities heeft hij dus niet.

En comfortabel?

Daar is de Mercedes nog het meest in zijn element. De demping is weliswaar wat aan de harde kant, maar de comfortabele rijhouding en dito stoelen laten zeker toe om heel wat kilometers te malen. Zo laat de SLC 250d zich nog het beste smaken: als een ontspannen cruiser.

Hoeveel kost hij?

De SLC 250d staat in de catalogus vanaf € 44.528. Daarvoor krijg je een sportieve AMG-aankleding, automatische klimaatregeling en snelheidsregelaar, maar naar goede Duitse gewoonte moet je in de optielijst duiken om je SLC echt aantrekkelijk aan te kleden. Ons testexemplaar kostte bijvoorbeeld € 58.816. Aan de pomp verbruikten we 6,6 l/100 km, een kleine 2 liter meer dan wat Mercedes opgeeft.

Besluit?

De SLC 250d zet de lijn van de succesvolle SLK-reeks verder. De tand des tijds kan hij niet helemaal verbergen en de meest sportieve cabriolet zal hij nooit worden, maar hij zet er wel een mooie lijn en geslaagde afwerking. Deze dieselversie laat zich bovendien het best ontspannen rijden, al hangt daar een stevig prijskaartje aan vast. Maar voor dat geld heb je dan weer een coupé én een cabriolet.