Enkele jaren geleden swingde het aanbod van het Mini-gamma nog alle kanten op: van coupés en roadsters over de klassieke Mini’s tot crossovers en SUV-coupés. De Brits-Duitse constructeur zette er sindsdien stevig het mes in: de speelse Coupé en Roadster verdwenen, net als de tweedeurs-SUV Paceman. De “klassieke” crossover, de Countryman, bleef. En werd volledig vernieuwd.

Ziet hij er niet een stuk groter uit?

Dat is hij ook. Hij is zelfs 20 centimeter langer dan vroeger. Mini begeeft zich misschien op terrein waar de puristen het merk niet graag naartoe zien gaan. Maar het merk voelt wel aan dat crossovers en SUV’s in dit formaat bijzonder populair zijn. En jonge gezinnen die hun klassieke Hatch ontgroeid zijn en iets groters willen, kunnen in deze Countryman natuurlijk heel wat meer kwijt.

Hoeveel ruimte biedt hij dan?

Zowel vooraan als achteraan behoorlijk wat: hoofd- en beenruimte zijn ruim voldoende, en achteraan kan je voor kortere ritten zelfs probleemloos met drie plaatsnemen. Bovendien is de leuning van de achterbank desgewenst in drie afzonderlijke delen verstelbaar. Handig voor wat extra kofferruimte.

Hoe groot is die precies?

Bijzonder ruim naar Mini-normen: 450 liter met de achterbank rechtop, 1.390 liter met de achterbank neergeklapt. In de optielijst kan je kiezen voor een automatisch openende en sluitende kofferklep, en dat kan je eventueel ook doen met een voetzwaai onder de bumper.

Wat heeft hij dan nog van een Mini?

De stijl. De bolle koplampen en dito spiegels, de tweekleurige personalisatiemogelijkheden voor het koetswerk, het interieur met de grote centrale teller en de tuimelschakelaars: die typische Mini-elementen zijn nog steeds aanwezig. De Countryman is dus speels, maar volwassen tegelijk. Als een twintiger die liever sportschoenen dan een das bij zijn pak draagt. Of zoiets.

Wat blijft er over van het Mini-rijgedrag?

Dat blijft eigenlijk verrassend intact. De nieuwe Countryman maakt gebruik van het platform van de BMW X1 en 2-Reeks Active Tourer en krijgt nog steeds een direct stuur en precieze vooras. Het maakt dat dit een gezinscrossover is waarmee papa graag de bochtige wegen tussen thuis en de school zal opzoeken. De demping reageert af en toe stug, maar nooit oncomfortabel.

Wat zat er onder de motorkap?

In onze testwagen was dat de Cooper D-motor. Dat is de tweeliter viercilinder dieselmotor die normaal gezien 150 pk produceert, maar in onze versie was gereduceerd tot een fiscaal vriendelijkere 136 pk. Het koppel blijft wel hetzelfde: 330 Nm, dat paraat staat tussen 1.750 en 2.500 tpm. In combinatie met de achttrapsautomaat van onze tester zorgt dat voor een sprint van 0 tot 100 km/u in 8,8 seconden en een topsnelheid van 208 km/u.

Hoe doet die motor het?

Die reageert krachtig en is relatief goed gedempt. Het samenspel met de achttrapsautomaat verloopt zoals steeds bij BMW-producten vlekkeloos, en zorgt ervoor dat de Cooper D ook lager in de toeren soepel aanpikt. Zelf schakelen kan eventueel door de versnellingspook naar voor of achter te duwen, maar we betrapten onszelf erop de automaat in de praktijk het werk te laten doen.

Hoeveel kost hij?

De Cooper D Countryman staat in de catalogus vanaf € 27.700. Hij is ook met ALL4-vierwielaandrijving te verkrijgen, en kost dan € 29.700. Voor de automaat betaal je € 1.990 meer. De standaarduitrusting bevat het meest essentiële, maar voor de personalisatie-, comfort- en technologieopties betaal je uiteraard – af en toe stevig – bij. Het verbruik? Mini geeft 4,6 l/100 km op, wij klokten na een week af op 6,1 l/100 km.

Besluit?

De Mini Countryman is volwassen geworden. Hij is niet alleen een flink stuk groter, maar rijdt ook volwassener. Tegelijk laat hij zijn jeugdigheid nog niet helemaal los, en is de typische Mini-stijl nooit ver weg. Perfect op maat van jonge gezinnen die hun klassieke Mini ontgroeid zijn dus. Als die de Countryman kunnen betalen natuurlijk…