Dat de Mini Clubman gegroeid is, hoeven we niet meer te vertellen. Zijn karakteristieke zijdeurtje maakte plaats voor twee gewone portieren, en zijn lengte nam flink toe. In de lengte kwam er maar liefst 27 centimeter bij, in de breedte 9 centimeter en in de wielbasis 10 centimeter. Het gewicht nam echter ook toe. Dat ligt voor een deel aan de vierwielaandrijving: voor het eerst is deze John Cooper Works voorzien van Mini’s ALL4.
Wat wijzigde er nog aan het chassis?
Naast de ALL4-vierwielaandrijving, die de voorkeur geeft aan de voorwielen en de achterwielen in de strijd betrekt bij gripverlies: specifieke Brembo-remmen, eigen 18-duimsvelgen, en een aangescherpte ophanging en dempers, die je kunt wijzigen via de verschillende rijmodi.
Wat voor motor zit er onder de kap?
Een exemplaar dat we ook kennen uit de Cooper S: een twee liter grote viercilinder turbobenzine, die in de John Cooper Works heel wat meer pk’s produceert. 39 om precies te zijn, dus 231 pk in totaal. Het maximukoppel bedraagt 350 Nm, waardoor deze John Cooper Works Clubman in 6,3 seconden naar 100 km/u sprint en een topsnelheid haalt van 238 km/u. Een manuele zesversnellingsbak is standaard, als optie is er een achttrapsautomaat.
Wat geeft dat op de weg?
Daar hadden we gehoopt op vuurwerk, maar we bleven enigszins op onze honger zitten. Daar zitten vooral het hogere gewicht van de Clubman en de vierwielaandrijving voor iets tussen, die zowat 200 kilogram toevoegen. De Mini accelereert vlot maar niet echt scherp, de sensaties voelen wat afgevlakt aan, en in hoge toeren lijkt hij sneller uitgezongen dan je hoopt. In de Sport-modus worden je zintuigen gelukkig sterker geprikkeld. Ook auditief: de uitlaat rommelt en ploft nog steeds zoals vanouds. Toch voelt het allemaal wat braver aan dan bij zijn voorganger.
En rijdynamisch?
Daar hoef je Mini natuurlijk niet te leren hoe ze een auto goed moeten doen sturen. Het stuur voelt wat zwaar maar precies aan en de rijhouding is nog steeds voortreffelijk. In tegenstelling tot zijn voorganger, die zijn voorwielen soms overmande met zijn koppel, doet deze John Cooper Works Clubman het heel wat beter. Te goed zelfs, want de achteras volgt altijd netjes de snedige vooras. Dankzij de lange wielbasis natuurlijk, en ook het ALL4-systeem, dat zorgt voor een efficiënter rijgedrag.
Hoe zit het met het rijcomfort?
Dat is al bij al aanvaardbaar, ondanks het aangescherpte onderstel. Zolang je van de Sport-stand wegblijft tenminste, want in die modus wordt het comfort te hard, zeker op onze wegen. Verder biedt deze generatie meer plaats dan de vorige, waardoor je voortaan met twee volwassenen achteraan comfortabeler zit.
De kofferruimte blijft daarentegen een minpunt. 360 liter met de achterbank rechtop en 1.250 liter met diezelfde achterbank neergeklapt zijn aanvaardbare cijfers, maar de toegang via de dubbele deuren is niet geweldig ruim en de laaddrempel aan de hoge kant. De vorm volgt ook bij deze Clubman nog steeds de stijl.
Wat moet ik verder nog weten?
Dat het interieur van de Mini bij deze nieuwe generatie misschien wat teveel van het goede is geworden. Verrasten de eerste generaties nog met hun ronde tellers en tuimelschakelaars, dan krijg je nu een dashboard met heel wat inkepingen, volumes en niveaus, en gimmicks zoals een groen oplichtende lichtstrook rond het centrale scherm wanneer het start/stopsysteem in werking treedt. Dat neemt echter niet weg dat het nog steeds verfrissend anders oogt dan bij heel wat concurrenten, en dat de afwerkingskwaliteit op niveau staat.
Hoeveel kost hij?
De Mini John Cooper Works Clubman staat in de catalogus vanaf € 37.600, een dikke € 5.000 meer dan de driedeursvariant. Een stevig prijskaartje, zeker wanneer je de John Cooper Works nog eens aandikt met opties – al zijn er heel wat items standaard. Mini belooft een gemiddeld verbruik van 6,8 l/100 km, maar wij klokten na een testtraject met vooral snelwegverkeer af op 8,6 l/100 km.
Besluit?
De Mini John Cooper Works Clubman is volwassen geworden. Niet alleen qua afmetingen, die grondig verschillen met die van zijn voorganger, maar ook qua rijgedrag. De klassieke Mini-ingrediënten zijn nog steeds aanwezig, dus plezier achter het stuur is nog steeds gegarandeerd. Al gebeurt dat niet meer even uitbundig als vroeger. Deze John Cooper Works is dus een efficiënte sportieveling geworden, die veel meer dagelijks inzetbaar is dan vroeger.