De vernieuwingsoperatie is meteen zichtbaar aan de voorkant. De Yeti wisselde zijn leuke snoet met ronde koplampen voor lager ingebouwde rechthoekige exemplaren. Jammer, want de voorzijde verliest hierdoor duidelijk aan karakter en oogt anoniemer. De Yeti weet zich minder dan vroeger te onderscheiden, maar sluit nu wel beter aan bij de recente Octavia en Rapid.

Het merklogo verhuisde van de grille naar de motorkap en de mistlampen (voortaan rechthoekig) werden lager ingebouwd in de nieuwe voorbumper. Achteraan kreeg de kofferklep de typische driehoekige vormen aan de zijkant en komt de C-vorm van de lichtblokken (eventueel met leds) nog meer tot uiting.

Twee gezichten

Belangrijk is dat de Yeti vanaf nu in twee varianten door het leven gaat: de Yeti en de Yeti Outdoor. Het verschil is louter cosmetisch. Zo heeft de Outdoor dikke verticale ‘ribben’ onder de nummerplaat in plaats van een honingraatrooster en zijn delen van de bumpers en zijkanten niet meegespoten met het koetswerk maar uitgevoerd in zwart plastic. Wil je die stoere Outdoor-look, dan betaal je 320 euro meer. Voor extra bescherming van het carter is er ook nog het rough road package (170,01 euro).

Spelen in de modder

Of de Yeti even getalenteerd door het veld crost als Sven Nys, mochten we bij deze eerste test uitproberen op een 4x4-parcours. De Yeti is nog altijd uitgerust met een Haldex-koppeling die het koppel automatisch verdeelt, maar die werd iets lichter en sneller in zijn vijfde generatie. Met de offroadknop op de middenconsole schakel je een hele reeks hulpmiddelen in waardoor de Yeti in het terrein aardig zijn plan trekt.

Hij rijdt door water dat tot 30 cm diep mag zijn en zodra je een helling afrijdt steiler dan 10 graden hoef je zelf niet meer te remmen want de afdalingshulp vertraagt de auto vanzelf. De ASR laat in de offroadstand ook meer wielspin toe, al leek het ons soms iets te snel in te grijpen. Het ABS laat de wielen ook meer blokkeren dan normaal, zodat ze automatisch afgeremd worden door zand of gravel dat zich ophoopt. Het werkt allemaal prima, maar gezien de bodemvrijheid mag je geen mirakels verwachten.

En op de weg

De Yeti is dan ook in de eerste plaats bestemd voor de weg, waar hij overtuigt met zijn uitstekende rijeigenschappen. De ophanging mag dan vrij hard zijn en oneffenheden niet perfect wegfilteren, ze weet het koetswerk wel goed onder controle te houden. We reden eerst met de 2.0 TDI 4x4 met 140 pk, een gewillige krachtbron die soms wel wat moeite heeft met een iets te hoog gekozen versnelling van de DSG. Vervolgens was de 1.2 TSI met 105 pk aan de beurt. Dit basismodel mist wat koppel onderin en accelereert iets luidruchtiger dan verhoopt.

Het gamma biedt nog heel wat andere mogelijkheden: voor- of vierwielaandrijving, een manuele zesbak of DSG 6 en 7, een zuinige Greenline-versie (119 g CO2/km), enzovoort. Die zijn echter niet altijd met elkaar te combineren. Zo moet je voor een benzine met 4x4 sowieso de 1.8 kiezen of is de 1.2 TSI niet beschikbaar met het GreenTec-pakket (start-stopfunctie, remenergierecuperatie, …). Deze kleine benzine neemt nochtans een groot deel van de verkoop voor zijn rekening, ook in België.

Conclusie

De SUV genoemd naar een boze sneeuwman overtuigt nog altijd met zijn rijeigenschappen, goede afwerking en functionaliteit. Nieuwe opties zoals de achteruitrijcamera, de sleutelloze toegang of het verbeterde parkeersysteem maken hem weer wat moderner, al vind je hier nog niet de laatste hightech zoals internetdiensten of apps. Zaken zoals de omkeerbare koffervloer en neerklapbare zetels maken de Yeti handig in gebruik. Ook de prijs is zeker aanvaardbaar: vanaf 18.200 euro voor de 1.2 TSI en 21.699,99 euro voor de 1.6 TDI (allebei met 105 pk).