Het is niet de eerste samenwerking tussen beide partijen: de Toyota Aygo, Peugeot 108 en Citroën C1 zijn ook samen ontwikkeld. De Toyota ProAce Verso deelt dus heel wat onderdelen met de Peugeot Traveller en de Citroën SpaceTourer. Kwestie van de VW Multivan en Mercedes Vito niet de hele koek van de ludospaces en personenbestelwagens op te laten eisen. En zo komen deze drie voort uit de bestelwagens ProAce, Expert en Jumpy. Het recept is bekend: op basis van die modellen worden er voertuigen voor (kroostrijke) gezinnen of voor VIP-vervoer uitgewerkt, door een verfijnder en rijkelijker aangekleed interieur dat zijn utilitaire basis moet doen vergeten. Enkele updates aan de buitenkant ronden het geheel af.

Op dezelfde technische basis wordt de Toyota ProAce Verso (en zijn zusterversies) aangeboden in drie lengtes op basis van twee wielbasissen. De korte vercie (460 cm) heeft een wielbasis van 2.925 mm, de middelste versie (495 cm) heeft een 350 mm langere wielbasis, met 3.275 mm). De langste versie is 530 cm lang, en het verschil zit volledig in de achteroverhang.

Op basis van het uitrustingsniveau varieert het maximum aantal passagiers tussen negen voor de basisversies, en zes voor de exclusievere versies. Het kortste model kan dus acht of negen passagiers vervoeren met een beperkte kofferruimte: 224 liter, met een laaddiepte van 282 mm. Met een zetelrij minder wordt het al beter: 1.356 liter, en zelfs 1.978 tot aan het dak, met een laaddiepte van 1.242 mm.

Drie lengtes

Het middelste model doet het met dezelfde opstellingen met respectievelijk 603, 1.624 of 2.381 liter, met een laaddiepte van 627 of 1.497 mm. De grootste van de familie verbergt 989 liter achter de derde zitrij en zelfs 2.011 liter achter twee zitrijen, en 2.932 liter tot aan het dak. De laaddiepte achter de derde rij bedraagt 977 mm, en 1.847 mm achter de tweede rij!

Vanaf het kleinste model kan de ProAce Verso dus aan acht of negen personen plaats bieden, naargelang je voor de twee afzonderlijke zetels vooraan koos, of voor de bank. Idem voor de twee andere lengtes. Het aantal plaatsen hangt ook af van het uitrustingsniveau: zo zijn er drie voor de Verso.

Het begint met de Shuttle, in drie lengtes, gevolgd door de gezins-Verso, de MPV (die op andere markten Family heet), die ook in drie lengtes beschikbaar is; en tot slot de VIP, die er alleen als Medium en Long is. Let op: de MPV kiest standaard voor comfort met twee afzonderlijke zetels vooraan, en heeft dus maximum acht plaatsen. De VIP houdt het bij zes passagiers met overal afzonderlijke zetels. De basisversie stelt het met vaste banken op rijen twee en drie, de MPV heeft verschuifbare en 60/40 neerklapbare banken op die rijen om makkelijker naar de Zweedse meubelwinkel te kunnen. Vliegtuigtafeltjes en Isofix-punten zijn uiteraard ook van de partij.

De VIP heeft “captain chairs” op rijen twee en drie. Die op de tweede rij kunnen draaien om naar rij drie te kunnen kijken met een tafeltje in het midden dat wegklapt tussen de zetels op rij twee. De Shuttle heeft negen plaatsen in de drie lengtes, terwijl de korte MPV vijf plaatsen heeft: de derde zitrij die het koffervolume reduceert, is leverbaar als optie.

Drie uitrustingsniveaus

We bekijken in het bijzonder de MPV van naderbij, die zich vooral op de particuliere koper en zijn gezin richt. De Shuttle blijft een werkinstrument, een basis-minibus die met zo weinig mogelijk plaats zoveel mogelijk mensen wil vervoeren met een beperkt budget. Vaste banken, rubberen matten en basisuitrusting zetten de toon. De VIP richt zich op professionele gebruikers, shuttlebusjes voor hotels of evenementen, en verzorgt zijn passagiers met individuele zetels, ruimte en verduisterde ruiten.

Minder gefortuneerde grote gezinnen verplaatsten zich tot enkele jaren geleden nog met monovolumes die even functioneel als gezellig waren. Maar de tijden veranderen en de constructeurs gooiden het over een andere boeg. Nu moeten die gezinnen plaats nemen in een imposante, dure en minder praktische SUV. Het enige alternatief is de ludospace met utilitaire roots. De VW Multivan is daarvan waarschijnlijk het bekendste voorbeeld, een traditie die teruggaat tot de iconische Samba. Die is gegeerd bij verzamelaars voor fikse prijzen (soms meer dan € 100.000!)

Drie motoren

Professionele gebruikers worden steeds veeleisender voor hun werkinstrument, en deze voertuigen bieden dan ook prestaties en uitrusting die bijna evenwaardig zijn aan gewone auto’s, en constructeurs maken er rijkelijk uitgeruste “burgerversies” van, die qua prestaties en uitrusting al helemaal niet onder moeten doen. Op die markt komt Toyota terug met de ProAce Verso MPV. Aan de buitenkant wordt de toon gezet door de geverfde bumpers, mistlampen, chromen accenten, aluminium velgen, getinte ruiten en metaalkleur. De grote zijdeuren openen elektrisch, eventueel via een voetzwaai. De grote achterklep met afzonderlijk openende achterruit voor het gebruiksgemak en het panoramisch glazen dak, standaard of als optie, ronden het geheel af.

Ook de rijhulp wordt niet vergeten: noodremhulp, aanrijdingswaarschuwing, dodehoekwaarschuwing, rijstrookassistentie, vermoeidheidsdetector, verkeersbordherkenning, adaptieve snelheidsregelaar, automatische koplampen,… niets ontbreekt! Of bijna niets. De Verso krijgt zo vijf sterren in de Euro NCAP-tests. Op het dashboard vinden we de versnellingspook vlak bij het stuur dat in de hoogte en diepte verstelbaar is, een zevenduims-multifunctioneel aanraakscherm met GPS, achteruitrijcamera, 360-gradencamera en head-updisplay. De zetels zijn elektrisch regelbaar en verwarmbaar en hebben een massagefunctie.

Wat je niet ziet, maar wat de Verso onderscheidt van zijn utilitaire roots, is de geluiddemping, met mousse in de flanken en het dak, dikker glas, akoestische voorruit, en gedempte wielkasten. Wat de onderhoudskosten betreft: een garantie van vijf jaar of 150.000 km, onderhoud elke twee jaar of 40.000 km, en de beste CO2-cijfers in zijn categorie.

We reden de Verso met 2.0 D-4D-motor van 150 pk met manuele zesversnellingsbak in de middelgrote uitvoering. De compacte MPV stelt het met een 1.6 D-4D van 115 pk, en de lange versie doet er naast de 150 pk-versie nog een versie van 177 pk met zestrapsautomaat bovenop. Op de sfeer aan boord valt nauwelijks iets aan te merken. Het interieur is functioneel maar aangenaam. Harde plastics overheersen, maar stoort dat zo hard voor een auto die het zwaar te verduren zal krijgen door dagelijks een heel gezin te vervoeren?

De ruimte is bijzonder genereus, meer nog dan in de monovolumes van weleer, en de prestaties van de ProAce Verso moeten er ook niet voor onderdoen. De geluiddemping werpt zijn vruchten af met een motor die zich grotendeels bijzonder gedeisd houdt en geen onaangename trillingen veroorzaakt. De prestaties zijn ook ruim voldoende. Het enige minpunt is een gebrek aan automaat, die voorbehouden is voor de 177 pk-versie en een optie die fiscaal moeilijker te verdedigen is. En verder? Als je ervan uitgaat dat je uiteraard de clown niet kunt gaan uithangen op de Nürburgring zal het weggedrag van de ProAce Verso tevreden stellen. Die zal ook blij zijn dat hij voor die prijs zoveel aangename ruimte in de plaats krijgt. Er is geen enkele SUV of break, hoe goed of prestigieus ook, die hem dat nadoet!