Het gebeurt niet elke dag dat we een salon op meer dan 10.000 km afstand kunnen bezoeken. Het salon van Tokio staat voor een hallucinante organisatie, perfecte timing, ruime en luchtige stands en vooral leuke concepts bij de vleet.

Op de minuut precies

In Japan moet je leren op tijd te komen. En op tijd, dat is op de minuut juist. De persconferentie van Daihatsu werd bijvoorbeeld aangekondigd voor 12.08 uur. Dertig seconden vooraf werkte een tv-ploeg een interview af. Twintig seconden ervoor, verlieten ze hun plek. Vanaf vijftien seconden werd er afgeteld. En precies op het juiste moment begon de show. Dat is pas organisatie! En dan heb ik het nog niet over het professionalisme en de vriedenlijkheid van de organisatoren.

Sterke Japanners

Natuurlijk vieren de zeven grote constructeurs uit Japan een feestje in Tokio: Nissan, Mitsubihsi, Mazda, Toyota/Lexus/Daihatsu, Suzuki, Honda en Subaru. Wereldpremières waren er op elke stand van deze merken, net als creatieve en gedurfde concepts. Behalve deze klassieke merken tekenden ook heel wat tuners present.

Bij de buitenlandse merken schitterden de Amerikanen door afwezigheid. Van de Europese merken waren alleen de Duitse op volle kracht aanwezig: VW, Audi, Mercedes, BMW en Porsche hadden grote stands. Het Franse Peugeot en Citroën stelden zich tevreden met een kleinere oppervlakte. Land Rover en Jaguar deelden een stand met een vijftal auto's. Nog twee opvallende merken: Alpina en Lotus.

Algemene trend

Tokio staat net als andere grote Europese salons in het teken van elektrische wagens. Het lijkt wel alsof er alleen nog hybride en 100 procent elektrische auto's bestaan. Een duidelijk signaal dat aangeeft wat we in de toekomst op de weg mogen verwachten. Motoren met grote cilinderinhouden en meerdere turbo's belanden in de kast.