1. Bugatti Atlantic – 1938
Volgens sommigen een van de mooiste auto’s ter wereld. Het is het meesterwerk van Jean Bugatti, zoon van Ettore Bugatti en helaas te snel heengegaan. Onder het elegante kleedje van de Atlantic zit een achtcilinder-in-lijn van 3,2 liter, met een compressor en 210 pk. Een fenomenaal vermogen voor die tijd en voor zulke lichte auto!
2. Duesenberg SSJ – 1935
Het merk bestaat vandaag helaas niet meer, maar Duesenberg was een Amerikaanse constructeur van technisch extreem gesofistikeerde auto’s. Deze SSJ bijvoorbeeld, met kort chassis, had een achtcilinder-in-lijn met dubbele bovenliggende nokkenas en vier kleppen per cilinder, goed voor 400 pk. De afwerking was uitzonderlijk. Acteurs Gary Cooper en Clark Gable waren klant.
3. Alfa Romeo 8C 2900 – 1937
Volgens specialisten een van de eerste echte “supercars”. Zijn kenmerken waren uitzonderlijk voor die tijd: een achtcilinder-in-lijn van 2,9 liter, twee compressors en een vermogen van 225 pk, een onafhankelijke ophanging en hydraulische ophanging.
4. Hispano-Suiza J12 – 1931
Het paradepaardje van de Spaans-Zwitserse firma. Het model werd in Frankrijk gemaakt, en was zowel elegant als krachtig, met een 9,4 liter grote V12. In 1935 vergrootte Hispano de cilinderinhoud tot 11,3 liter… De 250 paarden waren goed voor verbluffende prestaties, en het was uitzonderlijk een van de weinige vooroorlogse auto’s die effectief degelijk konden remmen.
5. Citroën Traction 15/6 – 1938
In 1934 verraste Citroën de wereld met een populaire en revolutionaire auto: monocoque, hydraulische remmen, voorwielaandrijving,… de innovaties die de “Koningin van de weg” introduceerde, zijn niet te tellen. Deze 15/6-versie, met koppelrijke zescilinder, was de krachtigste.
6. Bentley Blower – 1927
Het zijn niet de meest verfijnde of lichtste auto’s om mee te rijden. Maar de talloze raceoverwinningen van de Blower waren niet alleen te verklaren door het uithoudingsvermogen, maar ook door het vermogen van de 4,5 liter grote en 170 pk sterke motor. De “Bentley Boys”, de vaak rijke piloten, hadden vaak nergens schrik voor.
7. Mercedes 540 Kompressor – 1936
De Duitse fine fleur op het einde van het donkere decennium. De gracieuze Mercedes 540 Kompressor was ondanks zijn afmetingen in staat tot stevige prestaties, met de beangstigende soundtrack van de compressor op de achtergrond. Die gaf de acht-in-lijn vleugels en 160 pk. Het Derde Rijk bestelde nog gesofistikeerdere exemplaren tijdens de Tweede Wereldoorlog.
8. BMW 328 – 1936
Het is niet de krachtigste of meest voluptueuze vooroorlogse auto. Maar deze BMW heeft een kwaliteit die destijds uitzonderlijk was: een laag gewicht! Hij reed makkelijk en evenwichtig, woog slechts 830 kg en had een tweeliter zescilinder-in-lijn van 80 pk. De motor zette zijn carrière na de Tweede Wereldoorlog voort.
9. Ford T – 1908
Technisch niet de meest verfijnde auto, maar hoe kunnen we dit icoon overslaan dat zo bepalend was voor de auto’s van vandaag? Er werden meer dan 16 miljoen exemplaren van gebouwd op de band, waardoor de productiekosten laag bleven. De productiemethode blijft dus meer hangen dan de auto zelf. Een stukje geschiedenis.
10. Rolls Royce Phantom III – 1936
Is dit de meest verfijnde vooroorlogse auto? Het is in elk geval een van de stilste. Met zijn lichtmetalen 7.3 V12 gleed de Rolls Royce Phantom III over het asfalt als geen ander. En ondanks de torenhoge prijs in onzekere tijden werden er 727 exemplaren gebouwd tussen 1936 en 1939. Een bescheiden succes.