Heel wat eigenaars van Amerikaanse sportwagens waren niet altijd te spreken over het weggedrag van hun auto. Eigenaars van Europeanen klaagden dan weer over de complexiteit, betrouwbaarheid en het onderhoud van de motoren.

1. De Tomaso Pantera

De geschiedenis van deze auto mengt heel wat nationaliteiten: een constructeur die geboren werd in Argentinië maar gevestigd was in Italië. Die creëerde een auto die deels in de Verenigde Staten werd ontwikkeld en werd getekend door een designer met Nederlandse roots. De link tussen De Tomaso en Ford was zo sterk dat sommigen de Pantera als de spirituele opvolger van de GT40 beschouwden. De Ford Cleveland-V8 centraal achterin belooft heel wat rillingen.

2. Jensen Interceptor

Britse klasse met een elegante, uitgestrekte lijn en een sfeervol interieur. Toch zat er een dikke Chrysler-V8 onder de motorkap, met een cilinderinhoud van meer dan 7 liter. De krachtige en aantrekkelijke GT was in zijn FF-versie een van de eerste met vierwielaandrijving.

3. Facel Vega II

Tot op vandaag is dit nog steeds de krachtigste Franse straatauto. In combinatie met de manuele versnellingsbak ontwikkelde de Chrysler-V8 in de “Facel II” ongeveer 400 pk. Maar vooral de stijl sprak tot de verbeelding, met evenwichtige proporties, verzorgde details en een luxueus interieur. Wellicht de laatste grote Franse GT.

4. Bizzarrini 5300 GT

Giotto Bizzarrini had een sterk karakter, en het kwam tot een botsing met zijn werkgever, Enzo Ferrari. Na er de legendarische 250 GTO ontwikkeld te hebben vertrok de Italiaanse ingenieur daar. Eerst werkte hij samen met Iso, daarna begon hij voor eigen rekening met deze sportwagen met Corvette-motor centraal achterin. Een geweldige auto met een verbluffend weggedrag.

5. Iso Grifo

Geen zin meer in een Maserati-V8 of een Ferrari-V12? Kies dan voor de Iso Grifo. Het design is geweldig, het interieur baadt in leder en de motor is eerder solide dan verfijnd. De Grifo kwam er met een Corvette-motor, waarvan de meest legendarische 7 liter groot was.