Als je de Verso vooraan bekijkt, zou je denken dat het een volledig nieuw model is. De ontwerpers van de Europese designstudio ED² in Nice zijn dus heel grondig tewerk gegaan. Ze veranderden 470 onderdelen: 60 procent zichtbaar aan de buitenkant, 40 procent op het vlak van onderstel en mechaniek, vooral om trillingen en geluid tegen te gaan.

De neus werd helemaal hertekend en kreeg een groter en lager Toyota-logo, een grille met chroomlatjes die doorlopen in de nieuwe koplampen om de auto visueel te verbreden en een nieuwe bumper. Het misstaat de Verso zeker niet. In profiel en achteraan blijven de lijnen grosso modo hetzelfde. De zijspiegels zijn een maatje kleiner voor een betere stroomlijn.

Europese Unie

Niet alleen het design is Europees. Deze Verso is Toyota’s eerste project dat integraal voor en door Europa gerealiseerd werd, van ontwikkeling (onder meer in Zaventem) tot productie (in Turkije). Toyota doet dus net het omgekeerde dan Ford en kiest voor een meer regionale aanpak. Met de nieuwe Auris, Auris Touring Sports en Verso wil het de Europese middenklasse veroveren. Met de Verso, waarvan sinds 2009 bijna 145.000 stuks verkocht werden, hoopt Toyota in 2013 op circa 50.000 klanten. Een haalbaar doel? We deden alvast eerste testindrukken op met de 2.0 diesel en de 1.8 benzine.

Soepele diesel

De vorige Verso was zeker niet de stilste auto op de markt (zowel qua rij- als motorgeluid), maar de ingenieurs hebben op dat vlak een mooie vooruitgang geboekt. Bij deze eerste test bleef het binnenin voldoende stil. De vernieuwde 2.0 D-4D diesel draait maar 2.000 tr/min in zesde op de autosnelweg en werd een stuk soepeler, waardoor hij zwaardere lasten kan trekken. Je hoort hem alleen als je de 126 paarden aanport. Het verbruik daalde enkele tienden, tot 4,9 l/100 km in theorie of (volgens de boordcomputer) ongeveer 6,2 l/100 km in de praktijk.

Voor de Belgische markt is de 2.0 D-4D de belangrijkste motor, maar ook de 2.2 D-4D (150 pk) en de 1.6 (132 pk) en 1.8 benzine (147 pk) blijven beschikbaar. Die laatste voelden we kort aan de tand in combinatie met de CVT-versnellingsbak. Aangenaam in de stad, maar bij acceleraties gaat de benzinemotor huilen door de twijfelende CVT-versnellingsbak.

De ophanging van deze benzineversie is anders afgesteld dan de diesel en wist ons meer te bekoren omdat de neus lichtvoetiger reageert. De besturing voelt naar onze smaak nog iets te kunstmatig aan, maar voor de rest weet de Verso te overtuigen. Hij garandeert een gezond en comfortabel weggedrag in alle omstandigheden.

Interieur

Binnenin behoudt de Verso de praktische troeven van het vorige model: veel opbergvakjes, vijf tot zeven zitplaatsen en een vlakke laadvloer. De laatste twee zitjes zijn wel alleen geschikt voor kinderen.

Toyota verbeterde de materialen, maar de perfectie is nog niet bereikt. Zo ogen de chroomlatjes in de deuren wat goedkoop en voelen de kunststoffen van de deurpanelen en het handschoenvak hard aan. De ouderwetse vergrendelingsknop in de deuren is evenmin onze smaak.

En nu we toch aan het mopperen zijn: waarom kan de passagierszetel voorin niet in de hoogte versteld worden? En moest het (in de hoogte en diepte verstelbare) stuurwiel echt zo laag en schuin staan?

Prijzen

Van bij de start van het project heeft ontwikkelingsverantwoordelijke Mehmet Kiliç – een Genkenaar die al elf jaar voor Toyota werkt ¬– erover gewaakt dat de Verso niet duurder zou worden dan zijn voorganger en de kopers meer waar voor hun geld zou bieden. De 2.0 D-4D kost 21.590 euro, de goedkoopste benzine (1.6) is er vanaf 19.530 euro. Voor de versie met zeven zitplaatsen betaal je ongeveer 600 euro extra. Daarmee is de Verso voordeliger geprijsd dan een vergelijkbare Renault (Grand) Scénic.