Uitstootnormen, passieve veiligheid, ruimte, moduleerbaarheid: heel wat overwegingen verzwaren moderne auto’s. Gelukkig blijven sommige merken zich richten op rijplezier, zoals Toyota en Subaru met het duo GT86/BRZ. Hyundai doet het steeds beter in Europa en wil ook meespelen met de Genesis Coupé. Laten we even niet rationeel nadenken en gewoon dromen.
Bereikbare droom
Goed nieuws: de Toyota GT86 en Hyundai Genesis Coupé 2.0 Turbo kosten respectievelijk 31.690 euro en 31.349 euro en blijven dus een toegankelijke droom. Voor een 2+2-coupé met motor voorin, achterwielaandrijving en een vermogen van minstens 200 pk blijft de prijs binnen de perken. Vooral gezien de rijkelijke standaarduitrusting in beide gevallen.
Atmosferisch of met turbo?
Voor die prijs biedt de GT86 een atmosferische tweeliter boxermotor van Subaru, gekoppeld aan directe benzine-injectie van Toyota. Hij ontwikkelt een aantrekkelijk maximumvermogen van 200 pk, maar dit atypische blok heeft slechts 205 Nm koppel tussen 6.400 en 6.600 tr/min. Gelukkig stelt de motor gerust vanaf de eerste meters. Onder de grens van 5.000 tr/min biedt hij geen duivelse acceleraties. Maar hij blijft soepel om een normale rijstijl mogelijk te maken, zonder dat je voortdurend moet spelen met de versnellingspook.
Dankzij een turbo die de longen vol blaast, levert de Koreaanse tweeliter al 373 Nm vanaf 2.000 tr/min. Een andere wereld. Bovendien klom het vermogen van de tweeliter turbo sinds de laatste restyling tot 275 pk. Een ongelijke strijd?
Twee maten, twee gewichten
Bij de hernemingen wordt het moeilijk om met de GT86 aan de bumper van de Genesis Coupé te kleven. Maar om in het spoor te blijven, heeft de kleine Japanse coupé twee verborgen wapens: zijn lage gewicht en het bereik van zijn boxermotor.
Tussen beide auto’s zit een verschil van bijna 400 kg (1.202 tegenover 1.589 kg). Dat kan tellen. Bovendien geraakt de Koreaanse 2.0 turbo buiten adem voorbij 6.000 tr/min terwijl de atmosferische boxer dan pas zijn duivels ontbindt en de indruk geeft nooit te zullen stoppen met duwen.
Sport of cocon?
Het verschil tussen de ‘burgerlijke’ mechaniek en het blok voor ‘puristen’ keert ook terug in het interieur. De sfeer in de Zuid-Koreaan lijkt meer op een cocon, terwijl de GT86 eerder de kaart trekt van sobere sportiviteit. Behalve de leuke retro-instrumenten, liegt ook de rijpositie van de Toyota niet: je zit veel lager dan in de coupé van Hyundai. Het doet denken aan de autosport, al moeten we toegeven dat het niet zo praktisch is om elke dag in de zetel te ‘vallen’.
Kleintjes op komst?
Over praktisch gesproken: werp toch eens een blik op de achterste plaatsen, voor het geval de kleintjes vroeger komen dan verwacht. De Genesis Coupé heeft een langere wielbasis (2,82 tegenover 2,57 meter) en biedt de grootste knieruimte voor de passagiers achterin. De lage achterruit zal grote personen wel hinderen.
Achterin de Toyota vormen eerder de benen een problemen: je kunt ze onmogelijk onder de voorzetels glijden want die zijn te laag. Ondanks het dak op amper 1,30 meter van de grond, hebben de hoofden achterin de Toyota meer plaats. Het verschil in kofferruimte is duidelijk: de Genesis profiteert van zijn grotere afmetingen om 332 liter vrij te maken tegenover slechts 243 liter voor de Toyota.
Rillen van plezier
Op een traject dat een rallyspecial waard is, word je niet teleurgesteld. De GT86 bereikt zijn maximumvermogen van 200 pk bij 7.000 tr/min met een opwindend geluid. Een lampje licht vervolgens op om je aan te zetten de volgende versnelling in te schakelen met de kleine pook die direct vergrendelt en perfect in de handpalm valt. De acceleraties zijn niet verbluffend. Maar het weggedrag is uitstekend: geen rolneigingen, een zeer snedig te bedienen voortrein bediend door een voorbeeldig stuur en vooral een vlekkeloze schokdemping. Grote kunst.
In ‘aanvalsmodus’ biedt de Genesis Coupé een ander soort plezier. Voor wie van driften houdt: zijn achtertrein houdt wel van uitbreken. Het zwakke koppel van de Toyota brengt de grip daarentegen bijna nooit in de problemen, zelfs op een natte ondergrond. De besturing van de Hyundai is minder nauwkeurig (zelfs vaag rond het middelpunt), bediening van de versnellingsbak minder snel en de sensaties van het rempedaal kunstmatiger. Maar de mogelijkheid om bochten te nemen al ‘sturend’ met het gaspedaal tovert een glimlach op het gezicht. De vraag is of in jou een pure piloot schuilt die zijn rijlijnen verzorgt of eerder een cowboy die leeft voor de show.
Conclusie
Als je een veelzijdige coupé zoekt, dan is de Hyundai een aantrekkelijk aanbod. Hij is comfortabeler en ruimer en heeft een soepelere motor. Je beleeft er plezier aan in het weekend, maar hij voldoet evengoed voor dagelijkse trajecten. Puristen zullen zich vergissen wanneer ze de GT86 kiezen. Elke kilometer is een waar plezier. Zelfs al hadden we liever een mechaniek met meer spieren gezien in combinatie met dit uitstekende onderstel.