De motor van de M3 bij de Z3 onder de kap stoppen: het was een gedurfd idee. Met een 3,2 liter grote zescilinder-in-lijn van 321 (en daarna 325) pk, zette de Z3 M supercarprestaties neer. De topsnelheid was beperkt tot 250 km/u, 0-100 km/u nam 5,5 seconden in beslag en de kilometer vanuit stilstand duurde 24,5 seconden.

Kleur bekennen deed hij met de vier uitlaatpijpen, de zijdelingse luchtinlaten, de gespierde wielkasten en de specifieke velgen. Geen “kappersauto” meer, maar een wild beest. De auto was ook niet voor iedereen weggelegd: het onstuimige karakter van dit beest vertoonde zich elke keer wanneer je te assertief op het gas duwde. Er was dus finesse nodig om hem te besturen, temeer omdat stabiliteitscontrole zelfs niet in de optielijst stond. Het chassis, nochtans verstevigd, had dus moeite met het vermogen. Wanneer het regende, liet je hem zelfs beter in de garage staan. Laatste detail: ook de remmen wisten geen blijf met het temperament van het beest.

Vandaag

Verleid? Goed idee. Wees echter voorzichtig achter het stuur en schaaf je rijtalent wat bij. Maar het is een goede investering, want zijn prijs gaat de hoogte in. Reken vandaag op minstens € 30.000 voor een Z3 M in goede staat en bijna € 40.000 voor een onberispelijk exemplaar. De Duitse markt heeft uiteraard een ruimer aanbod. De Z3 M is betrouwbaar en heeft weinig aandachtspunten, behalve de Variocam-distributie op de eerste modellen. Maar die problemen werden meestal al aangepakt. Neem echter ruim de tijd om de onderhoudsgeschiedenis na te kijken: een kleine revisie kost niet minder dan € 200 en onderdelen zijn meestal vrij duur.