De S800 ken je ongetwijfeld, maar de S500? Dit model is nochtans van kapitaal belang voor het merk, want het was de tweede auto die Honda op de markt bracht na de kleine bestelwagen T360. Hij kwam in 1963 op de markt en maakte een impact door zijn techniek, waarvoor veel inspiratie was gehaald bij de motorfietsen van het merk. In die tijd aan het begin van de jaren ’60 werd de overgrote meerderheid van de betaalbare sportwagens aangedreven door gietijzeren motoren met stoterstangen die met moeite 5.000 o/m overleefden.
Toerenteller tot 12.000 o/m
De Honda S500 deed het helemaal anders: onder de motorkap vond een heus technisch festival plaats. Zijn motortje was slechts 500 cc groot, maar het ontwikkelde wel 44 pk bij 8.000 o/m. Het specifiek vermogen lag dus op liefst 90 pk/liter, het dubbel van wat destijds gebruikelijk was. Dat vermogen ging de motor bovendien heel hoog in de toeren gaan zoeken: bij 8.000 o/m. De toerenteller gaf testrijders van zijn tijd hoogtevrees: de rode zone begon bij 9.500 o/m. Zelfs vandaag gaat geen enkele auto zo hoog in de toeren.
Kettingaandrijving
Ook het onderstel was hightech voor zijn tijd: 4 onafhankelijk opgehangen wielen, waarbij die van de achteras werden aangedreven door… kettingen. Van de S500, die enkel als roadster verkrijgbaar was, zijn 1.363 exemplaren gebouwd. Hij was ook maar één jaar op de markt, want in de herfst van 1964 stelde Honda een ingrijpende evolutie van het model voor in de vorm van de S600. Die was ook als coupé verkrijgbaar en werd aangedreven door een dikkere motor van 600 cc en 57 pk.