Het ontwikkelingsproces duurde lang, maar het resultaat mocht er wezen: toen Rover de SD1 in 1976 onthulde, kreeg die meteen de titel van auto van het jaar. Het model moest de Rover P6 en de Triumph 2000/2500 vervangen, en kreeg een imposante motor: een aluminium V8 van 3,5 liter van Buick. Toch ging niet alles zoals gepland…
Vernieuwend en conservatief
De Rover SD1 moest aanvankelijk een 2.3 en 2.6 zescilinder krijgen naast de 157 pk sterke V8. De Brit was tegelijk een vernieuwende en traditionele luxeberline. Zijn kofferklep, zijn door de Ferrari Daytona geïnspireerde lijn en zijn topuitrusting onderscheidden hem van gewone modellen. Technisch stelden de Britse ingenieurs zich tevreden met vertrouwde oplossingen: een starre achteras en trommelremmen achteraan, op een auto van 4,7 meter lang.
Bedroevende kwaliteit
Groot-Brittannië in de jaren 70: stakingen en vakbondsacties. Heel wat bedrijven leden onder de situatie en hun producten waren daardoor bedroevend slecht afgewerkt. De Rover SD1 was geen uitzondering: de toenmalige pers kaartte de situatie op de testwagens aan, en deed het ergste vermoeden voor de auto’s die voor klanten bestemd waren.
Carrière van 10 jaar
Toch had de SD1 er een eerbare carrière opzitten: tussen 1976 en 1986 werden er meer dan 300.000 exemplaren geproduceerd. Doorheen de jaren verschenen er nieuwe varianten, waaronder een benzineviercilinder, een dieselmotor en vooral een V8 met injectie, waardoor het vermogen steeg tot bijna 200 pk. Die versie heette “Vitesse” en moest een geloofwaardig alternatief vormen voor de BMW 535i.
Vandaag
Uiteraard zijn de Vitesse en Van Den Plas het meest gegeerd: de eerste voor zijn prestaties, de tweede voor zijn luxe en comfort. Helaas weerstond de assemblagekwaliteit van die modellen de tand des tijds niet. Erger zelfs: roest tastte heel wat exemplaren aan die aan de elementen werden blootgesteld. De elektrische snufjes in de auto houden er vaak een eigen mening op na.
Van alle motoren kies je uiteraard het best voor de V8: die is stevig en melodieus, maar neem je het best met de manuele versnellingsbak. De drietrapsautomaat laat je beter links liggen. Hoeveel? Ongeveer € 7.000 voor een uitstekend exemplaar met V8, minder voor een zescilinder en meer voor een Vitesse. Het koopje van het jaar?