1. Geen kokend water
Gooi nooit kokend water over je bevroren voorruit. Toegegeven, het zal zeer snel ontdooid zijn, maar de kans is ook groot dat je ruit barst door de thermische shock. Gebruik ‘de-icers’ die in detailhandel verkrijgbaar zijn of zet gewoon een stuk karton op je voorruit.
2. Trek je handrem niet aan
Wanneer de temperatuur onder nul gaat, is de kans groot dat je remblokken aan je remschijven vastvriezen wanneer je je handrem aangetrokken houdt. Je kan er beter voor opteren om je wagen in tweede versnelling te laten staan. Mocht je wagen toch zijn uitgerust met een elektrisch rem die automatisch wordt geactiveerd (niet meteen de vondst van de eeuw, wat ons betreft), laat dan eerst de wagen warm draaien. Hopelijk volstaat dat. Mocht dat niet het geval zijn, zet ‘m dan in eerste en probeer toch je remmen los te forceren.
3. Winterbanden, natuurlijk.
Met hun zachtere rubber zijn winterbanden beter geschikt voor het rijden bij een temperatuur die lager is dan 7 graden. Ze kunnen je remafstand halveren! Mede dankzij het feit dat ze minder kilometers doen dan je zomerbanden zijn ze sowieso een verstandige investering.
4. Was je auto
Je zou denken dat je auto wassen op momenten dat hij na 500 meter toch weer vuil is, verloren moeite is, maar niets is minder waar. De sneeuw en het strooizout vormen na verloop van tijd een heuse aanslag op het koetswerk van je wagen. Het wassen van je auto voorkomt dan ook roest.
5. Laat je ruitenwissers niet op je voorruit rusten
Niets zo lullig als ’s morgens aan min vier je ruitenwissers te moeten los friemelen van je voorruit. Gebruik een stuk karton om tussen je voorruit en je ruitenwissers te steken. Het is eenvoudig en zorgt er tevens voor dat dat deel van de voorruit niet aanvriest.