Deze Ferrari uit 1953 was een van de eerste straatauto’s van het merk, voor Ferrari vijf jaar later een versnelling hoger schakelde met de 250. Van de 212 Inter werden er 78 exemplaren gebouwd, waarvan er amper 26 het Europa-chassis kregen. Dit exemplaar, met chassisnummer 0235 EU, is zelfs maar een van de vier auto’s met het stuur aan de linkerkant.
Net als voor de oorlog leverde Ferrari de technische elementen en liet de klant alles aankleden bij zijn favoriete koetswerkbouwer. In dit geval was het Pinin Farina (toen nog in twee woorden) dat een schitterend resultaat afleverde: compact, maar perfect in verhouding, met heel wat details en kleuren uit de jaren 50. Onder de motorkap zit natuurlijk een V12. Die is 2,6 liter groot en gekoppeld aan een vijfbak, een technische revolutie voor die tijd. Drie carburators zorgen voor 40 pk extra.
Perfecte staat
De auto is natuurlijk in perfecte staat, heeft zijn originele motor, versnellingsbak en koetswerk nog, zoals een certificaat aantoont. Dergelijke meerwaarde doet de prijs van zo’n verzamelauto normaal stijgen, zeker als het om een Ferrari gaat. Een zeldzame auto met iconisch logo en geschikt voor de Mille Miglia.
Waarom de nieuwe eigenaar dan een goede zaak heeft gedaan? De alternatieven uit die tijd waren even zeldzaam en met de hand gebouwd. De Maserati A6 was minder krachtig en fragieler, maar is twee tot drie keer meer waard. Een Fiat 8V, met minder prestigieus logo en weinig krachtige motor, kost evenveel. Een Pegaso Z102 met oerkrachtige maar complexe V8 en barokke stijl kost iets minder. Van al die auto’s is de Ferrari degene met het meest prestigieuze logo en de enige met een twaalfcilinder. Iets meer dan 1,1 miljoen euro inclusief taks en commissie is dan een koopje.