Het lijkt ondenkbaar voor een merk dat al decennialang verweven is met de Europese autosector. Maar volgens Sergio Marchionne, CEO van Fiat Chrysler Automobiles (FCA) loont het de moeite niet om nog fors te investeren in het merk Fiat. “We mogen niet emotioneel doen: de relevantie van Fiat is afgenomen”, zei Marchionne in Genève.
Succesmodel
De Italiaanse constructeur is traditioneel sterk vertegenwoordigd in het A-segment, het segment van de compacte stadsauto’s. Met de 500 lanceerde Fiat in 2007 bijvoorbeeld een succesmodel dat vandaag, meer dan tien jaar later, nog steeds in de catalogus staat. “Ook de Panda blijft interessant”, aldus Marchionne. Toch liggen de winstmarges van andere FCA-merken als Alfa Romeo en Jeep hoger.
In andere segmenten heeft Fiat het moeilijker. De Punto leidt een bestaan in de schaduw, met fundamenten die teruggaan tot 2005. De Tipo levert dan weer niet het verhoopte succes op. Dat is ook Marchionne opgevallen: “We moeten ons bij de Punto afvragen of het wel slim is om veel te investeren in een klein marktaandeel in een overbevolkt segment.”
Latijns-Amerika
De CEO van Fiat Chrysler Automobiles ziet de toekomst voor het Italiaanse merk eerder in Latijns-Amerika, waar Fiat nog wel een stevige voet aan de grond heeft. “Het aanbod in Europa zal zich dan eerder beperken tot het 500-gamma, inclusief de 500L en 500X”, aldus Marchionne.
SUV?
Brengt een SUV dan niet de redding voor Fiat, zoals het voor Alfa Romeo heeft gedaan? Hoewel Marchionne voorspelt dat SUV’s tegen 2022 meer dan 40% van de autoverkoop zullen uitmaken, ziet hij daar geen heil in. FCA telt immers nog het Amerikaanse merk Jeep in zijn portfolio, dat het de laatste jaren opnieuw in de markt heeft gezet als SUV-specialist. “Fiat omvormen tot iets wat we al met Jeep hebben, heeft geen zin.”
En dan is er nog de uitstootuitdaging: FCA blijft relatief stil als het aankomt op zijn strategie voor de steeds strenger wordende CO2-normen. Marchionne geeft wellicht meer informatie op 1 juni, wanneer hij de FCA-strategie voor de volgende vier jaar uit de doeken doet.