In een vorig leven ging de elektrische Mini Cooper nog de strijd aan met een zekere neo-retro Honda e. Deze keer is het een andere elektrische stadswagen met een al even nostalgische uitstraling die de nieuwe generatie Cooper (S)E in het vizier krijgt. Zal deze tweestrijd dan wel een grotere impact hebben? In afwachting van onze test met de Renault 5 E-Tech, is hier al een kleine 'statische' confrontatie op 5 punten met de Mini Cooper Electric.

1. Formaat: licht voordeel Mini

Ben je op zoek naar een praktische compacte hatchback om in de stad te rijden of om gemakkelijk in je kleine garage te passen, zal je met beide modellen niet teleurgesteld zijn. Hoewel hij opnieuw iets is gegroeid ten opzichte van zijn voorganger, blijft de nieuwe elektrische Mini nog steeds een echte compacte stadswagen: 3,86 m lang, 1,76 m breed en 1,46 m hoog.

De nieuwe generatie Renault 5 neemt iets meer plaats in. Maar een duidelijk voor- of nadeel levert dat niet op in de stad, want de verschillen zijn miniem. De Franse hatchback is 3,92 m lang, 1,77 m breed en 1,50 m hoog.

2. Praktische aspecten: voordeel Renault

De Renault maakt echter veel goed op praktisch vlak. Ten eerste omdat hij, hoewel de wielbasis vrijwel gelijk is aan de Mini, erin slaagt om nog twee extra deuren op subtiele wijze te monteren. Die zitten netjes geïntegreerd in het profiel van de 5, met deurgrepen die in de raamstijlen zitten verstopt. Ze doen dus geen afbreuk aan het design, terwijl je wel veel gemakkelijker toegang hebt tot de achterbank!

De Française neemt nog meer voorsprong dankzij zijn homologatie voor 5 zitplaatsen, tegenover slechts 4 in de Mini. Natuurlijk biedt de Renault 5 geen plek voor 3 rugbyspelers op de achterbank voor een rit naar het zuiden van Frankrijk. Maar in geval van nood, of om de kinderen naar school te voeren, kan het wal handig zijn om 5 zitplaatsen te hebben. Tenslotte onderscheidt de Renault zich nog met zijn koffer van 326 liter. Opnieuw niet gigantisch in absolute zin, maar wel een pak meer dan de laadruimte van de Mini Cooper Electric, waar slechts 210 liter in past...

3. Dashboard: gelijkspel

We zetten onze twee rivalen op gelijke voet als het gaat om de presentatie van hun dashboard. Iedereen kan daarover oordelen naar eigen smaak, maar het moet gezegd dat beide stadswagens met stekker niet enkel hun uiterlijk hebben verzorgd. Ze weten ook te verleiden met nostalgische details aan boord. De Mini krijgt bijvoorbeeld een rond centraal aanraakscherm dat doet denken aan de snelheidsmeter van de klassieke Mini. De elektrische Renault 5 neemt zelfs de stokbroodmand van zijn klassieke voorvader over! Een leuke verwijzing. Maar ook de dakhemel in reliëf en de zetels die verwijzen naar de R5 Turbo vinden we leuk gedaan.

4. Autonomie/prestaties: licht voordeel Mini

Voor deze categorie laten we even de toekomstige sportieve versies van beide concurrenten buiten beschouwing. Daarbij denken we aan de aanstaande elektrische Mini JCW en de Alpine A290.

Bij de 'klassieke' Mini Cooper Electric heb je de keuze tussen de Cooper E en de Cooper SE. De eerste beschikt over een motor van 135 kW (184 pk) en een batterij van 40,7 kWh, waarmee een WLTP-autonomie van 305 km mogelijk is. De Cooper SE krijgt op zijn beurt 160 kW (218 pk) en 402 km WLTP-autonomie dankzij een grotere batterij van 54,2 kWh. De sprint van 0 tot 100 km/u duurt respectievelijk 7,3 en 6,7 seconden, terwijl het snellaadvermogen 75 of 95 kW bedraagt.

De REnault 5 E-Tech wordt binnenkort beschikbaar in drie versies, met vergelijkbare kenmerken als die van de Mini, maar dan met iets minder sportieve prestaties: een batterij van 40 kWh gekoppeld aan een motor van 70 kW (95 pk) of 90 kW (122 pk) voor 300 km autonomie, of een motor van 110 kW (150 pk) met een batterij van 52 kWh voor een maximale actieradius van 410 km. Snelladen is hier mogelijk tot een piekvermogen van 100 kW. Maar de snelste R5 E-Tech heeft wel bijna 8 seconden nodig om de kaap van 100 km/u te ronden.

5. Prijs: voordeel Renault

Qua prijzen neemt de Renault weer voorsprong. Voorlopig wordt hij enkel gelanceerd met 52 kWh/150 pk en in de hoogste uitrustingsniveaus. De Techno is verkrijgbaar vanaf 32.900 euro. De Iconic Cinq vraagt dan weer een minimum van 34.900 euro. Maar dat blijft goedkoper dan de prijzen van bij Mini, en dan hebben we het nog niet eens over de toekomstige instapversie van de R5, die ongeveer 25.000 euro moet kosten.

Momenteel heeft de Britse elektrische hatchback een vanafprijs van 34.500 euro als Cooper E in de basisuitvoering Essential, tegenover 38.500 euro voor de Cooper SE. Maar de prijzen bij Mini stijgen snel. Kies je voor de beter uitgeruste Favoured-uitvoering, stijgen de basisprijzen van de Cooper E en SE al meteen naar 41.480 euro en 45.480 euro.

Tenslotte moeten we opmerken dat de elektrische Mini momenteel in China wordt gemaakt (tegenover Frankrijk voor de Renault 5 Electric) en dat hij dus mogelijk geïmpacteerd zal worden door de verhoogde Europese invoerheffingen voor elektrische modellen afkomstig uit China.