1. Welk model?
Van 1996 tot 1999 werd de Boxster aangedreven door een 2,5-litermotor. Hij was het toegangskaartje tot de zescilinderboxer van Porsche, maar deze versie zouden we niet aanraden: hij was onbetrouwbaar, slecht afgewerkt en de ophanging stond niet helemaal op punt. Sportieve rijders laat hij wat op hun honger en de 204 pk waren wat mager. Vanaf 1999 werd deze motor vervangen door een 2.7 van 220 en later 228 pk. Hij betekende een enorme stap vooruit op het vlak van rijplezier en betrouwbaarheid.
Het echte neusje van de zalm is echter de 3.2 van 252 en later 260 pk in de Boxster S. Eindelijk presteerde hij als een Porsche en deze motor zingt ook heerlijk. Sportieve bestuurders verkiezen de manuele versnellingsbak boven de Tiptronic, al is die laatste nu ook geen straf. Qua afwerking kies je best voor een model van na de facelift (2002), als je budget dat toelaat. Die bracht een mooie vooruitgang in kwaliteit, met vooral eindelijk een achterruit van glas. Opgelet tot slot met de opties: sommige exemplaren zijn nauwelijks uitgerust en hebben zelfs geen leder of airco.
2. IMS-lager
Het IMS-lager zaait paniek. Wanneer dit onderbemeten distributielager de geest geeft, is de hele motor eraan, met een duizelingwekkende factuur als gevolg. Er zijn specialisten die relativeren en die zeggen dat maar een klein percentage van de lagers ook echt faalt. Flink wat motoren hebben trouwens nadien een versterkt lager gekregen in “after-market”.
3. Kleine gebreken allerlei?
Krullend leder, kapotte elektrische ruiten en kap, gebroken assenbak, niet werkende schakelaars, kunststof die kleur verliest,… De eerste Boxster kampt met een resem aan ingebakken gebreken. En net zoals elke sportwagen verslindt deze Porsche banden: met een zware voet jaag je een setje er op 20.000 kilometer door. Ook de wieltreinen zien zwaar af. Goed in de gaten houden…
4. Onderhoud
Het onderhoud van een Boxster gaat van redelijk, als je een oliewissel laat doen door een onafhankelijk specialist, tot peperduur voor een groot onderhoud bij Porsche (200 tot 2.000 euro). Gelukkig is het model, op de eerder vermelde gebreken na, vrij betrouwbaar. Maar bij pech kan hij je stevig op de zenuwen werken: de mechaniek is moeilijk toegankelijk en onderdelen zijn duur. Dat alles leidt natuurlijk tot hoge facturen…
5. Prijs?
Voor 7.500 euro vind je ongetwijfeld niet de meest aantrekkelijke Boxster: een uitgeput exemplaar, met veel kilometers en misschien zelfs het stuur rechts, waardoor hij moeilijk door te verkopen is. Voor een heel mooi exemplaar tel je minstens 15.000 euro neer voor een 2.5 en 20.000 euro voor een S in correcte staat.