1. Monteverdi High Speed 375/4: 13 exemplaren
Dit is ongetwijfeld de meest extreme berline van de jaren 1970. Zoals velen voor hem was Peter Monteverdi, een Zwitsers verdeler van prestigieuze merken, ervan overtuigd dat hij beter kon dan Bentley en Ferrari. Daarom startte hij zijn eigen merk, in de voetsporen van talrijke ambachtelijke Europese autobouwers (de Tomaso, Iso, Jensen,…). Voor een forse en onverwoestbare motor ging hij de Atlantische Oceaan over. Hoewel hij zich vooral specialiseerde in coupés bouwde hij ook deze berline met een koetswerk van Fissore. De auto was 5,3 meter lang, had een wielbasis van 3,15 meter en een duizelingwekkende uitrusting. Onder de motorkap lag een vette Chrysler-V8 van 7,2 liter.
2. Facel Vega Excellence: 153 exemplaren
Facel Vega, de laatste prestigeconstructeur van Frankrijk, bleef niet lang actief in het automobiele landschap. Toch is het bedrijf erin geslaagd om zijn tijdperk te kleuren met verzorgde en krachtige modellen. Tegenover de bijna subtiele elegantie van de coupés plaatste de berline Excellence een veel zwaarwichtiger stijl, met omgekeerd openzwaaiende achterdeuren, overal chroom en een zeer… Amerikaanse sfeer aan boord. Onder de motorkap roffelde een dikke Chrysler-V8 met bijna 390 pk.
3. Aston Martin Lagonda: 645 exemplaren
Met een bankrekening die bloedrood kleurde besliste Aston Martin om halverwege de jaren ’70 hard uit te halen met een berline die het midden hield tussen een Maserati Quattroporte en een Rolls-Royce Silver Shadow. De auto was met veel geestdrift ontwikkeld en had een radicaal design. Hij wou vooral innoveren met revolutionaire boordelektronica. De lijst met nieuwe vondsten was indrukwekkend, de betrouwbaarheidsproblemen waren dat helaas ook. Aston had geen andere keuze dan het slagschip te herwerken om het betrouwbaarder te maken, maar daardoor werd de auto ook veel gewoner.